Besluit van 26 november 1969, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 244 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Besluit gezagsregisters

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 september 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 373/669;
De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1969 nr. 41);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 21 november 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 490/669;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Indien ingevolge het vorige artikel een aantekening over een minderjarige in het register is opgenomen, wordt daarin tevens aantekening gehouden van de volgende op hem betrekking hebbende gegevens:

  • a.

    de wijziging of vaststelling van zijn geslachtsnaam en de vaststelling van zijn voornamen, van welke gegevens Onze Minister van Justitie onverwijld kennis geeft aan de in artikel 1 aangewezen griffier;

  • b.

    de wijziging van zijn voornamen, zijn geslachtsnaam“zijn geslachtsnaam” moet zijn “zijn geslachtsnaam,” zijn erkenning, of zijn wettiging;

  • c.

    een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak, inhoudende de vernietiging van zijn erkenning, de gegrondverklaring van een betwisting of inroeping van zijn staat, of de vernietiging van zulk een uitspraak, van welke gegevens de griffiers van de Hoge Raad, de gerechtshoven en de arrondissementsrechtbanken onverwijld kennis geven aan de in artikel 1 aangewezen griffier.

Artikel

4

Het register bestaat uit kaarten volgens het bij dit Besluit behorende model alsmede uit kaarten volgens het bij Ons besluit van 24 juli 1948 (Stb. I 342) behorende model, voor zoverre laatstbedoelde kaarten op het tijdstip van inwerkingtreden van dit besluit deel uitmaken van het krachtens het voornoemd besluit van 24 juli 1948 gehouden register.

Artikel

5

Artikel

6

Elke inschrijving in het register wordt door de griffier ondertekend en van dagtekening voorzien.

Artikel

7

Het kaartregister wordt in alfabetische volgorde aangehouden. Onze Minister van Justitie kan hieromtrent nadere voorschriften geven.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Ons besluit van 24 juli 1948, Stb. I 342, wordt ingetrokken.

Artikel

12

Artikel

13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gezagsregisters.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
JULIANA.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.

Bijlage