Besluit van 26 november 1969, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Besluit curateleregister

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 september 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 373/669;
Gelet op artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1969, nr. 41);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 21 november 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 490/669;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In het ingevolge artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter griffie van de rechtbank Den Haag berustende openbaar register wordt aantekening gehouden van de volgende, na de inwerkingtreding van dit Besluit plaats gehad hebbende, rechtsfeiten:

Artikel

2

Voor zover de in artikel 1 genoemde feiten de griffier van de rechtbank Den Haag niet ambtshalve bekend zijn, zullen de griffiers die deze ambtshalve hebben vernomen, hem daarvan onverwijld mededeling doen.

Artikel

3

Het register bestaat, onverminderd het bepaalde in artikel 10 leden 1 en 2, uit kaarten volgens het bij dit Besluit behorende model.

Artikel

4

Artikel

5

Elke inschrijving in het register wordt door de griffier van de rechtbank Den Haag ondertekend en van dagtekening voorzien.

Artikel

6

Het kaartregister wordt in alfabetische volgorde aangehouden. Onze Minister van Justitie kan hieromtrent nadere voorschriften geven.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
JULIANA.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.

Bijlage