Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
gerechtshof: het gerechtshof te Amsterdam;
ondernemingskamer: de ondernemingskamer van het gerechtshof.
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder:
gerechtshof: het gerechtshof te Amsterdam;
ondernemingskamer: de ondernemingskamer van het gerechtshof.
Vervallen
De rang van benoeming der raden, onderscheidenlijk der plaatsvervangende raden van de ondernemingskamer wordt geregeld naar de dag waarop het besluit van hun eerste benoeming door Ons is getekend.
Alvorens in bediening te treden, leggen de raden en plaatsvervangende raden de eed (belofte) af in handen van de Hoge Raad volgens het formulier vastgesteld bij artikel 5, eerste lid, der Wet op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie, met dien verstande dat in de laatste zin daarvan het woord "rechterlijke" achterwege blijft.
De griffier van de Hoge Raad houdt een register, waarin hij de Koninklijke besluiten tot benoeming van de raden en plaatsvervangende raden in de ondernemingskamer inschrijft, benevens de akten van de door hen afgelegde eden (beloften).
De installatie van de raden en plaatsvervangende raden in de ondernemingskamer geschiedt door voorlezing der akte van de afgelegde eed (belofte) op de terechtzitting van het gerechtshof door de griffier of degene die diens functie waarneemt.
Vervallen
Vervallen
Vervallen
De raden en plaatsvervangende raden die door de ondernemingskamer met een opdracht zijn belast, zorgen dat zij de daaruit voortvloeiende werkzaamheden op zodanige tijd verrichten, dat daardoor in de zittingen van de kamer geen verhindering of vertraging wordt veroorzaakt.
De griffier is gehouden de raden en plaatsvervangende raden bij te staan in de gevallen waarin dat is vereist.
De raden en plaatsvervangende raden ontvangen van de griffier de nodige kennisgeving van de terechtzittingen en andere bijeenkomsten, waarbij zij tegenwoordig moeten zijn.
Aan de raden en de plaatsvervangende raden wordt een vergoeding toegekend met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de raadsheren-plaatsvervangers.
De raden en plaatsvervangende raden genieten, zowel voor het bijwonen van de bijeenkomsten van de ondernemingskamer als voor het volbrengen van verrichtingen welke hun, ook buiten eigenlijk rechtsgeding, door de ondernemingskamer worden opgedragen, reis- en verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen van het Reisbesluit 1956 of het Besluit vergoeding plaatselijk vervoer en verblijf, en worden daarbij ingedeeld in categorie A.
Aan het Ministerie van Justitie worden maandelijks ingezonden:
de declaraties wegens vergoedingen, bedoeld in de artikelen no. 13 en 14;
de declaraties wegens reis- en verblijfkosten bedoeld in artikel 15.
De in het eerste lid onder a genoemde declaraties vermelden de dagen waarop de bijeenkomsten zijn bijgewoond en aan de gerechtelijke plaatsopneming en bezichtiging is deelgenomen, en bevatten een verklaring van de voorzitter der ondernemingskamer dat de declarant de opgegeven bijeenkomsten heeft bijgewoond of aan de plaatsopneming of bezichtiging heeft deelgenomen voor de daarbij aangegeven tijdsduur.
De in het eerste lid onder b genoemde declaraties worden voorzien van een verklaring van de voorzitter der ondernemingskamer, dat de gemaakte reizen noodzakelijk waren voor het bijwonen van bijeenkomsten van de ondernemingskamer voor het volbrengen van de door haar opgedragen verrichtingen of voor de installatie van de declarant, dan wel, ingeval van beëdiging, van een verklaring van de president van de Hoge Raad, dat de reis noodzakelijk was in verband met de eedsaflegging.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Reglement voor de ondernemingskamer.
Het treedt gelijktijdig met artikel 72 van de wet op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie in werking.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaast, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.