Wet van 7 januari 1971, houdende regelen inzake de opheffing van de afdeling effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel
Wet opheffing afdeling effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel
II
De taak en de bevoegdheden van de afdeling effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel, met uitzondering van die, genoemd in artikel III, gaan over op Onze Minister van Financiën.
Artikel
III
1
De taak en de bevoegdheden die krachtens de wet toekomen aan de afdeling effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel ter uitvoering van de artikelen 52-61a, 62, eerste en tweede lid, en 82-83bis van het Besluit herstel rechtsverkeer (Stb. E 100), gaan over op de arrondissementsrechtbank te Amsterdam.
Artikel
IV
1
Van de beslissingen van Onze Minister van Financiën krachtens artikel II en van die van de rechtbank te Amsterdam krachtens artikel III staat, met overeenkomstige toepassing van artikel 68 van het Besluit herstel rechtsverkeer, hoger beroep open op het gerechtshof te Amsterdam.
Artikel
V
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
VI
Verzoeken tot toepassing van artikel 64, elfde lid, van het Besluit herstel rechtsverkeer kunnen niet meer worden ingediend.
Artikel
VII
Deze wet treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.