Wet van 25 maart 1971, houdende regelen ter bevordering van doelmatige voorzieningen ter zake van ziekenhuizen en andere inrichtingen voor gezondheidszorg

Wet ziekenhuisvoorzieningen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het belang van de volksgezondheid regelen te stellen ter bevordering van doelmatige voorzieningen ter zake van ziekenhuizen en andere inrichtingen voor gezondheidszorg;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Artikel

2c

Artikel

2d

Het College bouw zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een werkprogramma voor het volgende kalenderjaar. Het werkprogramma behoeft de instemming van Onze Minister. Onze Minister zendt het werkprogramma aan beide kamers der Staten-Generaal. Het College stelt het werkprogramma algemeen verkrijgbaar.

Artikel

2e

Het College bouw zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een begroting van zijn beheerskosten voor het volgende kalenderjaar, alsmede een meerjarenraming. De begroting en de meerjarenraming behoeven de instemming van Onze Minister.

Artikel

2f

Het College bouw zendt jaarlijks voor 1 juli aan Onze Minister een verslag van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder, alsmede gegevens omtrent de uitvoering van het werkprogramma in het afgelopen kalenderjaar. Onze Minister zendt het verslag aan beide kamers der Staten-Generaal. Het College stelt het verslag algemeen verkrijgbaar.

Artikel

2g

Artikel

2h

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Artikel

2i

De beheerskosten van het College bouw komen tot ten hoogste het in de begroting aangegeven bedrag ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen. Op grond van de begroting worden maandelijks uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten voorschotten verleend.

Artikel

2j

Onze Minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de werkwijze en de uitoefening van de taken van het College bouw.

Artikel

2k

Artikel

2l

Artikel

2m

Artikel

2n

Het College bouw en het College sanering verstrekken desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel

2o

Het College bouw en het College sanering verstrekken desgevraagd aan elkaar en aan het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet, het College van toezicht op de zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1u van de Ziekenfondswet, en het College tarieven gezondheidszorg, bedoeld in de Wet tarieven gezondheidszorg, de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen. De bedoelde colleges kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.

§

2

Plannen voor ziekenhuisvoorzieningen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Onze minister, in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, biedt na overleg met de besturen van provincies periodiek aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een overzicht aan van zijn beleidsvoornemens met betrekking tot functies, capaciteit, samenhang en spreiding van de voorzieningen in academische ziekenhuizen. Hierbij wordt het bijzondere karakter van deze ziekenhuizen zoals vastgelegd in artikel 150a van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs in acht genomen.

§

3

Bouwvergunningen

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Artikel

15a

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

17a

§

4

Artikel

18

Vervallen

§

5

Sluiting en vermindering van de capaciteit van ziekenhuisvoorzieningen

Artikel

18a

§

6

Financiering sanering ziekenhuisvoorzieningen

Artikel

18b

§

6a

Artikel

18c

Vervallen

§

7

Beroep

§

8

Toezicht en informatie

Artikel

20

Artikel

22

Artikel

23

§

9

Overige bepalingen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

29

Artikel

29a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, zo nodig in afwijking van deze wet, tijdelijke voorzieningen worden getroffen voor het geval het College bouw dan wel het College sanering uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt.

Artikel

29b

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vier jaar aan de beide kamers der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van het College bouw en het College sanering.

Artikel

30

Deze wet kan worden aangehaald als "Wet ziekenhuisvoorzieningen".

Artikel

31

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheidene artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. J. H. KRUISINGA.
De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.