Artikel
1
1
De in artikel 818, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kennisgeving en oproeping vinden plaats:
-
a.
ten aanzien van de echtgenoot, die de vordering heeft ingesteld, bij brief;
-
b.
ten aanzien van de echtgenoot, tegen wie de vordering is ingesteld, bij aangetekende brief, tenzij de rechter anders bepaalt.