Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

De ingevolge artikel 9, eerste lid, onderdeel g, van de wet te bepalen redelijke rente voor de in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, bedoelde ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen bedraagt 6,5 percent.

Artikel

2a

Artikel

2b

Voor de toepassing van artikel 15b, derde lid, van de wet wordt onder kortlopende beleggingen welke worden aangehouden ter financiering van acquisities die passend zijn bij de omvang en liggen in de lijn van het concern, verstaan een overnamekas als bedoeld in artikel 2a, derde en vierde lid, waarbij concern wordt opgevat in de zin van artikel 15b, eerste lid, onderdeel c, van de wet.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel 23a, eerste lid, eerste volzin, van de wet is niet van toepassing in geval van afkoop van aanspraken ingevolge een pensioenregeling op de voet van artikel 32, vijfde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet.

Artikel

4a

Vervallen

Artikel

4b

Vervallen

Artikel

5

Artikel

5a

Vervallen

Artikel

6

‘s-Gravenhage,
De Staatssecretaris van Financiën, W. Scholten