Deze regeling verstaat onder ‘keuringsinstelling’ één van de navolgende keuringsinstellingen:
a.
Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed van Landbouwgewassen (N.A.K.);
b.
Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw).
Artikel
2
1
De merken, etiketten, certificaten, sluitingen, plombes en andere bewijsstukken, waarvan het gebruik door de in artikel 1 onder a, b en c genoemde keuringsinstellingen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet wordt voorgeschreven, worden vastgesteld overeenkomstig de bij deze beschikking behorende modellen en afbeeldingen, waarvan een gewaarmerkt exemplaar voor een ieder ter inzage ligt bij de betreffende keuringsinstelling.
2
De grootte der bewijsstukken behoeft niet met de in het eerste lid bedoelde modellen onderscheidenlijk afbeeldingen overeen te stemmen.
3
De merken, etiketten, certificaten, sluitingen, plombes en andere bewijsstukken, waarvan het gebruik door een keuringsinstelling, genoemd in artikel 1, onder d, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet wordt voorgeschreven, zijn die, welke op grond van de Keuringswet tuinbouwzaden en plantgoed zijn vastgesteld.
Artikel
3
1
De vóór 1 januari 1972 door een keuringsinstelling afgegeven bewijsstukken blijven ook na dat tijdstip van kracht.
2
De beschikking van 23 augustus 1968, nr. J 2179, Stcrt. 166 wordt ingetrokken.
Artikel
4
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1972.