Wet van 15 december 1971, houdende voorzieningen met betrekking tot de tijdelijke verhoging of verlaging van belasting op grond van conjuncturele overwegingen

Wet voorzieningen tijdelijke verhoging of verlaging van belasting op grond van conjuncturele overwegingen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele voorzieningen te treffen in verband met tijdelijke verhoging of verlaging van belasting op grond van conjuncturele overwegingen, zowel wat betreft de met ingang van 1 januari 1972 toe te passen verhoging als wat betreft de handhaving van goedkeuring bij de wet van beschikkingen tot verhoging of verlaging;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

3

Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Financiën, R. J. NELISSEN.
De Staatssecretaris van Financiën, W. SCHOLTEN.
De Minister van Justitie, VAN AGT.