I
Met betrekking tot het toezicht op de experimenten, zijnde onderwijskundige vernieuwingsactiviteiten, bekostigd krachtens de Experimentenwet onderwijs
1
Het toezicht op de experimenten op scholen of instituten, aangeduid als streekcentra, wordt als een bijzondere taak opgedragen aan één of meer daartoe door de Minister aangewezen inspecteurs. In het geval meer inspecteurs daartoe worden aangewezen wordt een regionale werkverdeling getroffen.
2
de inspecteurs zien toe, dat de in het kader van de uitvoering van de experimenten van toepassing zijnde wettelijke voorschriften worden nageleefd.
3
-
a.
De inspecteurs zorgen door bezoek ter plaatse voortdurend bekend te blijven met de toestand van de uitgevoerde experimenten.
-
b.
Zij trachten, mede door overleg met het bevoegd gezag, het personeel van de inrichtingen van voortgezet onderwijs en van de organen van het leerlingwezen en met de patroons-voor zover zij bij de experimenten zijn betrokken- de ontwikkeling van de experimenten te bevorderen.
-
c.
Zij doen de Minister alle voorstellen, die zij in het belang van de experimenten nodig achten.
4
De inspecteurs, bedoeld in het eerste lid, onderhouden nauwe contacten met de andere inspecteurs in wier ambtsgebied de experimenten plaatsvinden alsmede met de inspecteurs die belast zijn met het onderhouden van contacten met de landelijke opleidingsorganen van het leerlingwezen, een en ander ter bevordering van een zo effectief mogelijk toezicht. Zij zijn tevens belast met de coördinatie van de door deze andere inspecteurs uit te brengen specifiek deskundige adviezen.