Wet van 4 mei 1972, houdende uitvoering van het op 27 september 1968 te Brussel tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap tot stand gekomen Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocol

Uitvoeringswet EEG-Executieverdrag

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is om voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 27 september 1968 te Brussel tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap tot stand gekomen Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocol.

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt onder "het verdrag" verstaan, het op 27 september 1968 te Brussel tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap gesloten Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocol (Trb. 1969, 101).

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De rechtbank tot welker voorzieningenrechter het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging werd gericht neemt kennis van het verzet, bedoeld in de artikelen 36-39 van het verdrag.

Artikel

5

Het beroep in cassatie, bedoeld in artikel 37, laatste lid, van het verdrag, moet worden ingesteld binnen een maand na de dagtekening van het op verzet gewezen vonnis van de rechtbank.

Artikel

6

Artikel

8

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Het in de voorafgaande artikelen bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van executoriale titels, genoemd in de artikelen 50 en 51 van het verdrag.

Artikel

11

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, VAN AGT.
De Minister van Buitenlandse Zaken, N. SCHMELZER.
De Minister van Justitie, VAN AGT.