Artikel
1
1
Voor motorrijtuigen als zijn bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 (Stb. 332) waarvoor vóór 1 januari 1973 reeds de vermeerdering van belasting met tweehonderd dertig percent is betaald over een rijtijdvak waarvan een gedeelte valt na 31 december 1972, wordt voor dat gedeelte teruggaaf van die vermeerdering verleend, indien deze motorrijtuigen worden voortbewogen of zijn ingericht om te worden voortbewogen door een kracht welke uitsluitend is ontleend aan minerale oliën als zijn bedoeld in artikel 2, eerste lid, letter a, 1°, of letter c, 2°, van de Wet op de minerale oliën (Stb. 1964, 207).
2
In afwijking van het eerste lid wordt geen teruggaaf van de in dat lid bedoelde vermeerdering van belasting verleend indien de aangifte is gedaan voor een rijtijdvak van:
-
a.
zestig willekeurige binnen een jaar vallende dagen;
-
b.
twaalf maanden, met voldoening van van de over een zodanig tijdvak verschuldigde belasting.