Besluit van 3 september 1973, houdende heroprichting van het Korps rijdende artillerie

Besluit heroprichting Korps rijdende artillerie

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van defensie van 24 augustus 1973, Generale Staf, Afdeling Personeel, nr. 276.766/D;
Gelet op artikel 68, eerste lid, van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Er is een Korps rijdende artillerie.

Artikel

2

Het Korps rijdende artillerie bestaat uit een of meer afdelingen veldartillerie die als afdelingen rijdende artillerie tot dit korps behoren.

Artikel

3

Aanwijzing van de in artikel 2 genoemde afdelingen geschiedt door Onze Minister van Defensie of door een door hem aan te wijzen functionaris.

Artikel

4

Het Korps rijdende artillerie zet de traditie voort van het per 15 april 1946 opgeheven Korps rijdende artillerie en herdenkt als oprichtingsdatum 21 februari 1793.

Artikel

5

Onze besluiten van 14 augustus 1962 (Stb. 373 en 374) worden ingetrokken.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1973.

Onze Minister van defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan Onze Adjudant-Generaal, tevens Chef van Ons Militaire Huis.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Defensie, VREDELING.
De Minister van Justitie, VAN AGT.