Wet van 7 september 1973, houdende regelen tot het tegengaan van misbruiken bij colportage

Colportagewet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen tot het tegengaan van misbruiken bij colportage en mede in verband met die regelen een aantal wijzigingen aan te brengen in de Wet op het afbetalingsstelsel 1961 (Stb. 218);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Het is verboden in de uitoefening van een beroep of bedrijf door persoonlijk bezoek dan wel door of in samenhang met de aanprijzing van een geldkrediet of van een goed of een dienst in een groep van ter plaatse van de aanprijzing aanwezige personen te trachten een ander te bewegen tot het als kredietnemer deelnemen aan een geldkrediet, dan wel een ander die handelingen te doen verrichten.

Artikel

7

Artikel

8

Het is een colporteur of een onderneming waarin of voor rekening waarvan een colporteur werkzaam is, verboden:

  • a.

    handelingen te verrichten of te doen verrichten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, indien de colporteur weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de verplichtingen die daaruit voor de desbetreffende particulier kunnen voortvloeien, niet in overeenstemming zijn met diens draagkracht;

  • b.

    een mededeling te doen of te laten doen die misleidend is ten aanzien van een of meer van de onderwerpen, genoemd in artikel 194 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;

  • c.

    meer dan één overeenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, te sluiten of te doen sluiten indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd een of meer van de betalingen die de desbetreffende particulier per overeenkomst moet verrichten, te doen blijven beneden het in artikel 26, eerste lid, bedoelde bedrag;

  • d.

    handelingen te verrichten of te doen verrichten die bij algemene maatregel van bestuur als onbehoorlijke gedragingen zijn aangemerkt.

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Deze wet kan worden aangehaald als: Colportagewet.

Artikel

35

Vervallen

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, TH. M. HAZEKAMP.
De Minister van Justitie, VAN AGT.
De Minister van Justitie, VAN AGT.