Instellingsbeschikking Rijksbureau voor Aardolieprodukten 1973

Instellingsbeschikking Rijksbureau voor Aardolieprodukten 1973

De Minister van Economische Zaken;
Gelet op de Distributiewet 1939 (Stb. 633),

Besluit:

Artikel

1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • A.
    1.
    aardolie:

    de bij de beschikking van de Minister van Economische Zaken van 30 oktober 1973 (Stcrt. 211) als distributiegoed aangewezen aardolie;

    2.
    aardolieprodukten:

    de bij de onder 1 vermelde beschikking als distributiegoederen aangewezen aardolieprodukten;

  • B.
    ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon, die zijn bedrijf maakt van het winnen of het vervaardigen van aardolie of aardolieprodukten, het regenereren van gebruikte aardolieprodukten daaronder begrepen, dan wel van de handel in aardolie of aardolieprodukten;

  • C.
    verbruiker:

    de natuurlijke of rechtspersoon, die al dan niet in de uitoefening van een bedrijf aardolieprodukten gebruikt of verbruikt, voor zover het niet betreft het gebruik of verbruik als grondstof voor het vervaardigen van aardolieprodukten;

  • D.
    minister:

    de Minister van Economische Zaken.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Ondernemers en verbruikers, die ingevolge artikel 3 verplicht zijn tot de in dat artikel bedoelde aanmelding, zijn, indien de minister dat verzoekt, tevens verplicht de gegevens, gevraagd in het krachtens artikel 3 vastgestelde aanmeldingsformulier, te verstrekken met betrekking tot andere tijdsruimten of tijdstippen dan die, welke in dat formulier zijn aangegeven.

Artikel

5

Van de in de artikelen 3 en 4 genoemde verplichtingen kan de minister, op verzoek, ontheffing verlenen. De ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel

6

Deze beschikking kan worden aangehaald als ‘Instellingsbeschikking Rijksbureau voor Aardolieprodukten 1973’.

Artikel

7

Deze beschikking wordt in de Staatscourant bekendgemaakt. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, R. F. M. Lubbers