Instellingsbeschikking Innovatiecommissie Middenschool

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

De commissie heeft binnen de door de Minister aan te geven lijnen tot taak:

  • a.

    het nader uitwerken van de beleidsdoelen van de beoogde vernieuwing en het voorleggen van voorstellen dienaangaande aan de minister;

  • b.

    het, op grond van het onder a. vermelde, opstellen van de uitgangspunten voor het landelijk experimenteerplan, in overleg met de experimenteerscholen;

  • c.

    het, na goedkeuring door de minister van de uitgangspunten, in b, bedoeld, in samenwerking met het bevoegd gezag van de experimenteerscholen, uitwerken van een landelijk experimenteerplan, dat als kader zal dienen voor het bevoegd gezag van de experimenteerscholen waarbinnen de door hen opgestelde schoolwerkplannen zullen moeten functioneren;

    dit landelijk experimenteerplan dient in de tijd gezien faseringen te bevatten;

  • d.

    het adviseren aan de minister omtrent een goede ondersteuning van de scholen bij het opstellen van hun experimenteerschoolwerkplannen;

  • e.

    het toetsen van de door de scholen ontworpen schoolwerkplannen aan het landelijk experimenteerplan en het adviseren aan de minister met betrekking tot de goedkeuring van deze schoolwerkplannen;

  • f.

    het, na overleg met het bevoegd gezag van de scholen, doen van voorstellen aan de minister ten aanzien van de samenstelling en de taakstelling van begeleidingsgroepen, die deze scholen bij de realisering van de experimenten ten aanzien van onderwijsmaterialen, werkmethoden en samenwerkingspatronen ten dienste zullen staan, alsmede ten aanzien van de onderzoeksgroepen die enerzijds onderzoek ten behoeve van de experimenteerscholen verrichten en anderzijds de wetenschappelijke evaluatie van het experiment tot taak hebben;

  • g.

    het adviseren aan de minister omtrent de wijze waarop de evaluatie van de experimenten dient te geschieden;

  • h.

    het doen van voorstellen ten aanzien van een diffusieplan voor de verdere voortgang en uitbreiding van de experimenten, voor de toepassing van de resultaten op andere scholen, voor een zo goed mogelijke informatie van alle betrokkenen over de voortgang en de resultaten van de vernieuwing en voor een geleidelijke invoering van de vernieuwde onderwijs (deel)structuur in het Nederlandse onderwijsbestel.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Deze beschikking zal in de Nederlandse Staatscourant worden geplaatst. Zij treedt in werking met ingang van de datum van haar dagtekening.

's-Gravenhage
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, J. A. vanKemenade