Instellingsbeschikking Interdepartementale Commissie voor Beleidscoördinatie ten behoeve van Migranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen

De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,
Handelende in overeenstemming met de Ministers voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken, van Justitie, van Onderwijs en Wetenschappen, van Financiën, van Vokshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Sociale Zaken,

Besluit:

Artikel

1

Ingesteld wordt een Interdepartementale Commissie voor Beleidscoördinatie ten behoeve van Migranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen, verder te noemen: de commissie.

Artikel

2

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    de coördinatie van de werkzaamheden van de Ministers die betrokken zijn bij het verblijf in Nederland van uit Suriname of de Nederlandse Antillen afkomstige Nederlanders, verder te noemen: Rijksgenoten, te bevorderen;

  • b.

    problemen die verband houden met de woon-, werk- en leefsituatie van Rijksgenoten in Nederland te signaleren;

  • c.

    oplossingen aan te geven voor de onder b bedoelde problemen;

  • d.

    de totstandkoming en realisering van meerjarenplannen te bevorderen;

Artikel

3

De commissie brengt – desgevraagd of uit eigen beweging – over de in artikel 2 genoemde onderwerpen advies uit aan de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, coördinerend Minister voor het welzijnsbeleid, verder te noemen: de Minister.

Artikel

4

De commissie bestaat uit acht leden, onder wie de voorzitter.

Artikel

5

De Minister benoemt de voorzitter, na overleg in de Welzijnsraad.

Artikel

6

De Minister benoemt een vertegenwoordiger van ieder van de Ministers

  • voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken;

  • van Justitie;

  • van Onderwijs en Wetenschappen;

  • van Financiën;

  • van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • van Sociale Zaken;

  • van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

op voordracht van de betrokken Minister tot lid van de commissie.

Artikel

7

Het lidmaatschap van de commissie is voor de leden ervan een gehele of gedeeltelijke dagtaak.

Artikel

8

De leden kunnen zich, in geval van verhindering, laten vervangen door een plaatsvervanger benoemd overeenkomstig het in artikel 6 bepaalde.

Artikel

9

Het secretariaat van de commissie berust bij het departement van de Minister.

Artikel

10

De adviezen en voorstellen van de commissie worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

Artikel

11

De commissie is bevoegd voor de uitoefening van haar taken werkgroepen in te stellen. Zij kan deskundigen die geen lid zijn van de commissie in deze werkgroepen benoemen. De commissie regelt de taak en de bevoegdheden van de werkgroepen.

Artikel

12

De commissie kan contacten leggen en onderhouden met personen, organisaties en instanties die niet in de commissie vertegenwoordigd zijn.

Artikel

13

De commissie kan, met inachtneming van de bepalingen van deze beschikking, haar werkwijze en die van de secretaris geheel naar eigen inzicht regelen.

Artikel

14

De kosten voortvloeiende uit de door, namens of in opdracht van de commissie verrichte werkzaamheden komen, na goedkeuring door de Minister, ten laste van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Artikel

15

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit post- en archiefzaken rijksadministratie 1950 (Stb. K 425) op overeenkomstige wijze als ten departemente van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, De bescheiden worden bij opheffing van de commissie in het archief van dat departement opgenomen.

Artikel

16

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in de Nederlandse Staatscourant en wordt in afschrift gezonden aan de betrokken Ministers en aan de Algemene Rekenkamer.

Rijswijk (Z.-H.)
De Minister voornoemd, H. W. van Doorn