Artikel
1
Het examen omvat het volgende programma:
-
I.
Mondeling gedeelte
-
A.
kennis van beroep en functie:
-
1.
het beroep van accountant-administratieconsulent;
-
2.
uitoefening van de functie;
-
1.
-
B.
kennis van het midden- en kleinbedrijf in de onderscheiden sectoren van het maatschappelijk bestel:
-
1.
omschrijving en betekenis van het midden- en kleinbedrijf;
-
2.
ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf;
-
3.
produktie- en afzetbevordering;
-
4.
persoonlijke relaties in het midden- en kleinbedrijf;
-
5.
wetgeving;
-
6.
instellingen ten behoeve van het midden en kleinbedrijf.
-
1.
-
A.
-
II.
Schriftelijk gedeelte
-
A.
kennis van de hoofdzaken van de administratieve organisatie en van de administratieve techniek (waaronder de controlemogelijkheden), in het bijzonder ten aanzien van het midden- en kleinbedrijf:
-
1.
administratieve organisatie;
-
2.
informatieverstrekking en -verwerking;
-
3.
hulpmiddelen ten dienste van de administratieve organisatie;
-
4.
controlemogelijkheden;
-
5.
speciale onderzoekingen;
-
1.
-
B.
kennis van de toepassing der fiscale wetgeving;
-
C.
kennis van het sociaal recht;
-
D.
kennis van het privaatrecht,
een en ander zoals deze laatste drie onderdelen nader zijn omschreven in het Programma, Eerste gedeelte, onder E, en Tweede gedeelte, onder D, vastgesteld bij het Koninklijk besluit van 25 augustus 1949 (Stb. 407) tot instelling van een Staatspraktijkdiploma voor Bedrijfsadministratie, overeenkomstig de op 30 april 1974 geldende tekst van dat besluit.
-
A.