Wet van 26 juni 1975, houdende voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven

Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorlopige regelen te geven voor de instelling van een fonds waaruit uitkeringen kunnen worden toegekend aan personen die ten gevolge van een geweldsmisdrijf zwaar lichamelijk letsel hebben bekomen, alsmede aan bepaalde nabestaanden van die personen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

het fonds: het schadefonds geweldsmisdrijven, bedoeld in artikel 2;

Onze Minister: Onze Minister van Justitie;

de commissie: de commissie, bedoeld in artikel 8, die met het beheer van het fonds is belast;

de benadeelde: het slachtoffer, onderscheidenlijk de nabestaande, door of namens wie een verzoek om een uitkering bij het fonds is ingediend.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Een uitkering kan achterwege blijven of op een geringer bedrag worden bepaald, indien de toegebrachte schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan het slachtoffer of de nabestaande is toe te rekenen.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

De leden en plaatsvervangende leden van de commissie leggen, alvorens aan de werkzaamheden van de commissie deel te nemen, de eed of belofte af, dat zij hun taak overeenkomstig de gestelde voorschriften naar geweten zullen vervullen. Onze Minister geeft nadere regels betreffende de wijze waarop de eed of de belofte wordt afgelegd.

Artikel

11

De leden en plaatsvervangende leden van de meervoudige kamer genieten vergoeding voor reis- en verblijfkosten en verdere vergoeding. Vergoeding voor reis- en verblijfkosten, alsmede voor tijdverzuim, wordt voorts toegekend aan de in artikel 9, tweede lid, bedoelde getuigen en deskundigen, en aan de benadeelde indien hij op verzoek van de commissie in persoon is verschenen. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld.

Artikel

12

De inrichting en werkwijze van de commissie en het secretariaat worden nader geregeld bij algemene maatregel van bestuur. Daarbij kan worden voorzien in de instelling van een of meer subcommissies die voor bepaald omschreven werkzaamheden namens de commissie kunnen optreden.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Wanneer het verzoekschrift kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond is, kan het hof daarop terstond beslissen. In andere gevallen bepaalt de voorzitter dag en uur voor de behandeling van het verzoekschrift. Hij stelt de benadeelde in de gelegenheid het verzoekschrift in persoon of door een gemachtigde te doen toelichten.

Artikel

16

Artikel

17

Met de behandeling van het verzoekschrift is een uit drie leden van het hof samengestelde bijzondere kamer belast. Alle verhoren kunnen ook aan een van de leden van die kamer worden opgedragen.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

De commissie doet jaarlijks verslag aan Onze Minister over haar werkzaamheden en de aan deze wet gegeven toepassing. Onze Minister zendt dit verslag, met de opmerkingen waartoe het hem aanleiding geeft, aan de Staten-Generaal.

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze wet.

Artikel

23

Artikel

24

Deze wet kan worden aangehaald als "Wet schadefonds geweldsmisdrijven".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
Juliana
De Minister van Justitie, Van Agt
De Minister van Justitie a.i., De Gaay Fortman