Artikel
1
1
Als stoffen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet verontreiniging zeewater, worden aangewezen de stoffen, die behoren tot de navolgende categorieën:
-
a.
organische halogeenverbindingen;
-
b.
organische siliciumverbindingen;
-
c.
kwik en kwikverbindingen;
-
d.
cadmium en cadmiumverbindingen;
-
e.
stoffen ten aanzien waarvan in de Commissie, ingesteld bij het op 15 februari 1972 te Oslo gesloten Verdrag ter voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten uit schepen en luchtvaartuigen (Trb. 1972, 62), overeenstemming bestaat dat zij kanker kunnen verwekken;
-
f.
kunststoffen, die kunnen drijven of blijven zweven in het zeewater;
-
g.
ruwe olie en de afvalprodukten daarvan, geraffineerde aardolieprodukten, resten van aardoliedistillaat, alsmede alle mengsels die deze produkten bevatten;
-
h.
stoffen die, in welke vorm dan ook, zijn vervaardigd voor biologische en chemische oorlogvoering;
-
i.
vaste afvalstoffen, sterk zure afvalstoffen, zuiveringsafvalstoffen, zwak zure afvalstoffen en geneutraliseerde afvalstoffen uit de titaandioxide-industrie, zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 juni 1989, nr 89/428/EEG (PbEG L 201/56).