Besluit van 11 juli 1975, houdende uitvoering van enkele bepalingen van de Colportagewet

Uitvoeringsbesluit Colportagewet

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Onze Minister van Justitie van 3 juni 1975, no. 675/318 W.J.A., gehoord de Commissie Uitvoeringsvoorschriften Colportagewet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
Gelet op de artikelen 8, derde lid, 9, eerste lid, en 26, derde lid, van de Colportagewet (Stb. 1973, 438);
De Raad van State gehoord (advies van 25 juni 1975, no. 12);
Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris en Onze voornoemde Minister van 9 juli 1975, no. 675/372 W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Vervallen

Artikel

2

Vervallen

Artikel

4

Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Colportagewet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
Juliana
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Th. M. Hazekamp
De Minister van Justitie, Van Agt
De Minister van Justitie a.i., De Gaay Fortman