Besluit van 26 september 1975, tot vaststelling van het Vergoedingenbesluit Kamer voor de Binnenvisserij 1975

Vergoedingenbesluit Kamer voor de Binnenvisserij 1975

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 19 augustus 1975, No. J 1815, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 3 september 1975, no. 19);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 22 september 1975, no. J 2007, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Voor het leiden van zittingen of andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij wordt aan de plaatsvervangende voorzitter een vergoeding toegekend van € 67,– per 1 januari 2024: € 100,– per uur.

Artikel

2

Voor het bijwonen van zittingen of andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij wordt aan de leden een vergoeding toegekend van € 67,– per 1 januari 2024: € 100,– per uur.

Artikel

3

Voor het houden van besprekingen, welke buiten de zittingen en andere bijeenkomsten van de Kamer voor de Binnenvisserij op voorstel van de voorzitter elders plaatsvinden, wordt aan de leden een vergoeding toegekend van € 67,– per 1 januari 2024: € 100,– per uur.

Artikel

3a

Artikel

4

De in de voorgaande artikelen bedoelde vergoedingen worden niet toegekend, indien de aldaar genoemde personen bij het Rijk een bezoldigd ambt bekleden, voor zover Onze Minister van Economische Zaken niet anders bepaalt.

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Ons Besluit van 5 augustus 1964, Stb. 340, wordt ingetrokken.

Artikel

7

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk
Juliana
De Minister van Landbouw en Visserij, Van der Stee
De Minister van Justitie, Van Agt