Wet van 20 januari 1976, tot verbetering van de rechtspositie van militairen die zich gedurende de vijandelijke bezetting van Nederland aan krijgsgevangenschap hebben onttrokken en van die van hun nagelaten betrekkingen

Wet verbetering rechtspositie verzetsmilitairen

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie te verbeteren van militairen die zich gedurende de vijandelijke bezetting van Nederland aan krijgsgevangenschap hebben onttrokken en van die van hun nagelaten betrekkingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Deze wet is niet van toepassing ten aanzien van de militair, die zich tijdens de vijandelijke bezetting van het Rijk in Europa uit Nederlands nationaal oogpunt beschouwd onwaardig heeft gedragen.

Artikel

5

Aan de tijd, welke krachtens deze wet wordt geacht onder de wapenen te zijn doorgebracht kunnen uit hoofde van deze wet geen andere aanspraken worden ontleend dan die op eigen, weduwen- en wezenpensioen krachtens de Algemene militaire pensioenwet of een vroegere militaire pensioenwet in de zin van die wet dan wel krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet, de Spoorwegpensioenwet of de wetten voor welke genoemde wetten in de plaats zijn getreden, danwel die op uitkering krachtens de Uitkeringswet gewezen militairen of de Regeling uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag.

Artikel

6

Artikel

7

Op beslissingen krachtens deze wet genomen zijn de bepalingen van Hoofdstuk W en de artikelen X 1 en X 2 van de Algemene militaire pensioenwet en de daarmede overeenkomende hoofdstukken en artikelen van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet van toepassing.

Artikel

8

Beslissingen in verband met de toepassing van deze wet worden genomen door Onze Minister van Defensie.

Artikel

9

Ter uitvoering van deze wet kunnen bij algemene maatregel van bestuur nadere regelen worden gesteld.

Artikel

10

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet verbetering rechtspositie verzetsmilitairen.

Artikel

11

Deze wet treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
Juliana
De Minister van Defensie, Vredeling
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Gaay Fortman
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Westerterp
De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, H. W. van Doorn
De Minister van Financiën, W. F. Duisenberg
De Minister van Justitie, Van Agt