Besluit van 31 juli 1976, houdende regeling van de wijze waarop bezitters van een diploma, verkregen krachtens het eindexamenbesluit experimenterend hoger nautisch onderwijs, in het bezit kunnen komen van bepaalde diploma's als bedoeld in de Wet op de Zeevaartdiploma's 1935, Stb. 456

Besluit zeevaartdiploma's experimenterend hoger nautisch onderwijs

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de gemeenschappelijke voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, dr. G. Klein, van 27 april 1976, nr. S/S-21409, Directoraat-Generaal van Scheepvaart;
Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet op de Zeevaartdiploma's 1935, Stb. 456;
De Raad van State gehoord (advies van 16 juni 1976, nr. 11);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretarissen van 16 juli 1976, nr. S/S-22292, Directoraat-Generaal van Scheepvaart;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Dit besluit verstaat onder:

"Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

"school": een school als bedoeld in artikel 1 van het Eindexamenbesluit experimenterend hoger nautisch onderwijs (Besluit van 7 oktober 1975, Stb. 577);

"deskundige": degene, die door Onze Minister is aangewezen om namens hem toezicht uit te oefenen op de wijze, waarop de ingevolge dit besluit vereiste diensttijd wordt doorgebracht door de gegadigde voor het diploma als derde stuurman voor de grote handelsvaart of voor het diploma A als scheepswerktuigkundige;

"lengte": de lengte als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Zeevaartdiploma's 1935, Stb. 456.

Artikel

2

Artikel

3

Aan bezitters van een diploma van een school - afdeling navigatie of afdeling scheepswerktuigkunde - wordt op hun verzoek door Onze Minister een diploma als derde, tweede of eerste stuurman voor de grote handelsvaart, onderscheidenlijk een diploma A, B of C als scheepswerktuigkundige uitgereikt op de in dit besluit gestelde voorwaarden.

Hoofdstuk

II

Verkrijging diploma's als stuurman voor de grote handelsvaart

Artikel

4

Artikel

5

Ter verkrijging van het diploma als tweede stuurman voor de grote handelsvaart dient de bezitter van een diploma van een school, afdeling navigatie, in het bezit van een krachtens dit besluit uitgereikt diploma als derde stuurman voor de grote handelsvaart gedurende ten minste twee jaren te hebben dienstgedaan als wachtdoend stuurman aan boord van zeeschepen in de handelsvaart met een lengte van meer dan 60 meter, dan wel op zeeschepen in de grote sleepvaart met een lengte van meer dan 40 meter, met dien verstande dat deze diensttijd voor ten hoogste een jaar mag worden vervangen door diensttijd als wachtdoend stuurman op andere zeeschepen.

Artikel

6

Hoofdstuk

III

Verkrijging diploma's als scheepswerktuigkundige

Artikel

7

Artikel

8

Ter verkrijging van het diploma B als scheepswerktuigkundige dient de bezitter van een diploma van een school, afdeling scheepswerktuigkunde, in het bezit van een krachtens dit besluit uitgereikt diploma A als scheepswerktuigkundige gedurende ten minste twee jaren te hebben dienst gedaan als scheepswerktuigkundige aan boord van zeeschepen in de handelsvaart of in de grote sleepvaart, met een voortstuwingsvermogen van ten minste 2500 pk.

Artikel

9

Hoofdstuk

IV

Nadere bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4 en 7

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De reder, die iemand in de gelegenheid stelt als stuurmansleerling of leerling scheepswerktuigkundige op zijn schip of schepen de ingevolge artikel 4, onderscheidenlijk artikel 7, vereiste diensttijd te behalen, draagt er zorg voor, dat de betrokkene gedurende die diensttijd praktisch wordt bekwaamd voor zijn toekomstige functie en dat hij, alsmede de mentor en de kapitein, in de gelegenheid worden gesteld op de juiste wijze uitvoering te geven aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

Artikel

15

Artikel

16

Voor zover de bepalingen van dit besluit niet voorzien in, dan wel niet rechtstreeks toepassing kunnen vinden op vervangende of aanvullende diensttijd, als bedoeld in de artikelen 4, derde en vierde lid, en 7, derde en vierde lid, kan Onze Minister daaromtrent nadere voorschriften geven.

Hoofdstuk

V

Slotbepalingen

Artikel

17

Ter zake van de afgifte van krachtens dit besluit uit te reiken diploma's is een vergoeding verschuldigd volgens een door Onze Minister vast te stellen tarief, te voldoen door degene die zulk een diploma verlangt op de door Onze Minister aan te geven wijze.

Artikel

18

Artikel

19

Onze Minister stelt de modellen vast van de krachtens dit besluit uit te reiken diploma's als derde, tweede en eerste stuurman voor de grote handelsvaart, en van de diploma's A, B en C als scheepswerktuigkundige.

Artikel

20

Onze Minister kan, hetzij in een incidenteel geval, hetzij algemeen, vrijstelling verlenen van het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 9 van dit besluit, onder zo nodig door hem te stellen voorwaarden en op te leggen beperkingen.

Artikel

21

Een duplicaat van een uitgereikt diploma wordt slechts afgegeven indien belanghebbende aannemelijk kan maken, dat het oorspronkelijke diploma verloren is geraakt.

Voor een duplikaat is een door Onze Minister vast te stellen bedrag verschuldigd ten bate van 's Rijks schatkist, tenzij het oorspronkelijke diploma verloren is geraakt ten gevolge van een oorlogsdaad of van een scheepsramp.

Artikel

22

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit zeevaartdiploma's experimenterend hoger nautisch onderwijs".

Artikel

23

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 mei 1973.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Porto Ercole
Juliana
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M. H. M. van Hulten
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, G. Klein
De Minister van Justitie, Van Agt