Voor zoveel nodig in afwijking van het bepaalde in artikel 59 b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, vindt, ingeval de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt beëindigd en het niet aannemelijk is, dat binnen korte tijd wederom aanspraak op een dergelijke uitkering zal ontstaan, uitbetaling van de vakantieuitkering plaats gelijktijdig met de uitbetaling van de laatste termijn van de arbeidsongeschiktheidsuitkering of zo spoedig mogelijk daarna.
Artikel
2
Indien na de toepassing van het voorgaande artikel wederom aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat en dientengevolge het voorgaande artikel of artikel 59b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering moet worden toegepast, wordt daarbij rekening gehouden met hetgeen met toepassing van artikel 1 van deze beschikking reeds werd uitbetaald.
Artikel
3
De beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 oktober 1967, nr. 59628 (Stcrt. 1967, nr. 214) wordt ingetrokken.
Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 oktober 1976.