Artikel
1
Dit besluit is van toepassing op middelen ten aanzien waarvan de in artikel 2, eerste lid, van de Opiumwet gestelde verboden gelden.
Hebben goedgevonden en verstaan:
Dit besluit is van toepassing op middelen ten aanzien waarvan de in artikel 2, eerste lid, van de Opiumwet gestelde verboden gelden.
Een arts die naar het gemeenschappelijk oordeel van de regionale geneeskundige inspecteur van de volksgezondheid en de regionale inspecteur van de volksgezondheid voor de geneesmiddelen niet voldoende aantoont dat hij middelen in de bevonden hoeveelheid tot uitoefening van de geneeskunst behoefde, is verplicht, na een daartoe strekkende gemeenschappelijke schriftelijke aanwijzing van de geneeskundige hoofdinspecteur van de volksgezondheid en de hoofdinspecteur van de volksgezondheid voor de geneesmiddelen, elke toediening in een uitsluitend daartoe bestemd register, ingericht en bijgehouden ten genoegen van voornoemde regionale inspecteurs, in te schrijven, onder vermelding van:
de naam en de hoeveelheid van het toegediende middel;
de naam en voorletters, alsmede het volledige adres van de persoon aan wie het middel is toegediend;
de datum van toediening.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 23 juni 1976 (Stb. 424) in werking treedt.
Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.