Artikel
1
1
Voor de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs voor los land of voor land zonder de daarbij behorende woningen of andere opstallen wordt het land onderscheiden naar grondsoort en kwaliteitsklasse, zoals aangegeven in onderstaande tabel, waarvan kolom I betrekking heeft op land in de hoogste kwaliteitsklasse, kolom II op land in de gemiddelde kwaliteitsklasse en kolom III op land in de laagste kwaliteitsklasse.
2
Als grondslag voor de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs als bedoeld in het eerste lid, gelden de in onderstaande tabel vermelde bedragen, waarvan het hoogste bedrag in iedere kolom aangeeft de maximale pachtwaarde in guldens per hectare per jaar.
|
Bouw-en grasland |
||||
|
1. Jonge zeekleigronden |
315 |
260 |
220 |
110 |
|
2. a. Jonge rivierkleigronden; uiterwaard |
270 |
220 |
170 |
110 |
|
b. Jonge rivierkleigronden; stroomgronden op komklei |
220 |
180 |
120 |
90 |
|
3. Oude rivierkleigronden (komklei) |
160 |
120 |
90 |
80 |
|
4. Veengronden (veenweide) |
220 |
180 |
120 |
80 |
|
5. Zandgronden |
||||
|
a. slib- en humusrijke zandgronden |
275 |
220 |
150 |
100 |
|
b. normale zandgronden |
180 |
140 |
110 |
70 |
|
c. humusarme zandgronden |
120 |
100 |
80 |
50 |
|
6. Dalgronden |
275 |
230 |
180 |
100 |
|
Tuinland |
||||
|
1. Bloembollen en boomkwekerijgronden |
1225 |
950 |
– |
175 |
|
2. Fruitteeltgronden |
315 |
270 |
– |
110 |
|
3. Overige tuinbouwgronden |
945 |
650 |
– |
175 |
|
5 Voor niet-specifiek tuinland gelden de bedragen voor bouw- en weiland, vermeerderd met een toeslag van ten hoogste 80% van de basispacht. |