Wet van 24 maart 1977, houdende regelen met betrekking tot de reconstructie van Midden-Delfland

Reconstructiewet Midden-Delfland

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen met betrekking tot de reconstructie van Midden-Delfland;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Afdeling

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Deze wet verstaat onder:

"provinciale staten": provinciale staten van Zuid-Holland;

"gedeputeerde staten": gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

"Centrale Cultuurtechnische Commissie": de commissie, bedoeld in artikel 3 van de Ruilverkavelingswet 1954;

"Natuurwetenschappelijke Commissie": de Natuurwetenschappelijke Commissie van de Natuurbeschermingsraad, ingesteld bij besluit van 25 oktober 1968 (Stcrt. 1968, 227);

"Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie": de commissie ingesteld bij beschikking van 9 januari 1975, Directie Natuurbehoud en Openluchtrecreatie, nr. 40805 (Stcrt. 1975, 22);

"reconstructie-commissie": de commissie, genoemd in artikel 3;

"rechtbank": de arrondissements-rechtbank te Rotterdam;

"eigenaar": hij, die eigenaar is van in Midden-Delfland gelegen onroerende zaken, en hij aan wie een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik, gebruik of bewoning toebehoort, waaraan een in Midden-Delfland gelegen onroerende zaak is onderworpen, met dien verstande, dat onder het recht van opstal niet wordt begrepen dat recht voor zover het betreft het leggen en houden van leidingen in, op of boven de onroerende zaak van een ander;

"rechthebbende": eigenaar en hij aan wie een niet onder de omschrijving van eigenaar genoemd beperkt recht toebehoort, waaraan een in Midden-Delfland gelegen onroerende zaak is onderworpen, hij aan wie met betrekking tot zulk een zaak een recht van huur toebehoort of hij aan wie met betrekking tot zulk een zaak een recht als bedoeld in artikel 252 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek toebehoort;

"Midden-Delfland": het gebied Midden-Delfland zoals dit in hoofdlijnen is aangegeven op de bij deze wet behorende kaart en door Ons nader zal worden vastgesteld;

"landbouw": akkerbouw, weidegrond, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw en bosbouw;

"openbare registers": de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Afdeling

2

Doelstelling

Artikel

2

Ter bevordering van een goede ruimtelijke ordening en in verband daarmede ter behartiging van de belangen van de landbouw, van natuur en landschap en van de openluchtrecreatie in Midden-Delfland, vindt aldaar een reconstructie plaats op de voet van het bepaalde in deze wet.

Afdeling

3

Organieke bepalingen

Artikel

3

Artikel

4

Hoofdstuk

II

Onteigening ten algemenen nutte

Artikel

5

Het algemeen nut vordert de onteigening ten name van de Staat van onroerende zaken en rechten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de onteigeningswet in het gedeelte van Midden-Delfland, dat op de bij deze wet behorende kaart met een gele kleur in hoofdlijnen is aangegeven, zulks ten behoeve van de reconstructie van genoemd gebied.

Artikel

6

De vordering tot onteigening van hetgeen niet in der minne is verkregen, moet worden ingesteld binnen twee jaar na de dagtekening van de Staatscourant, waarin Ons besluit, bedoeld in artikel 14 der Onteigeningswet, is bekendgemaakt.

Artikel

7

Artikel

8

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

III

De reconstructie

Afdeling

1

Algemene bepalingen

Artikel

9

Artikel

10

Waardevermeerdering, ontstaan, nadat het plan van voorzieningen of een gedeelte hiervan is vastgesteld, behoeft niet te worden vergoed, tenzij deze waardevermeerdering het gevolg is van handelingen, waarvoor de reconstructie-commissie toestemming heeft verleend.

Artikel

11

Indien en voor zover voor de doeleinden van de reconstructie beperkingen aan de uitoefening van de landbouw worden gesteld, kan op voorstel van de reconstructie-commissie Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij volgens door hem in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te stellen regelen subsidie verlenen.

Artikel

12

Artikel

13

Aan een werknemer wordt door de reconstructie-commissie uit ’s Rijks kas een geldelijke bijdrage verleend in door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te bepalen gevallen en volgens door hem te stellen regelen, indien het bedrijf waarin de werknemer werkzaam is, ten gevolge van de toepassing van hoofdstuk II of artikel 18 wordt beëindigd.

Afdeling

2

Bepalingen omtrent het recht van de eigenaar

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Onder waarde wordt in artikel 15 verstaan, de waarde bedoeld in artikel 49, eerste lid, zoals deze op grond van de schatting is komen vast te staan. Indien evenwel ten gevolge van de in artikel 46 genoemde werkzaamheden een waardeverandering ontstaat, kan de reconstructie-commissie hiermede bij de toedeling rekening houden. Op verzoek van de eigenaar vindt echter verrekening in geld plaats op grondslag van die waarde-verandering, voor zover het belang van de reconstructie zich hiertegen niet verzet.

Artikel

17

Het verschil tussen de waarde der van de eigenaar in Midden-Delfland gelegen onroerende zaken en de waarde van de hem toegedeelde onroerende zaken, zoals deze overeenkomstig artikel 92 is vastgesteld, wordt in geld verrekend.

Artikel

18

Artikel

19

Elke kavel moet zó worden gevormd, dat hij:

  • 1.

    uitweg heeft op een openbare land- of waterweg en zo mogelijk daaraan belendt;

  • 2.

    zo nodig en mogelijk de gelegenheid tot behoorlijke afwatering en watervoorziening heeft.

Afdeling

3

Bepalingen omtrent pacht

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

De reconstructie-commissie deelt binnen veertien dagen, nadat het plan van toedeling is komen vast te staan, aan de grondkamer mede, welke pachtverhoudingen gehandhaafd, welke opgeheven en welke opnieuw gevestigd zijn, onder vermelding van de namen en woonplaatsen van partijen in de pachtverhoudingen, de onroerende zaken, waarop deze betrekking hebben, en de bepalingen op grond van artikel 20 inzake de duur en de verlengbaarheid der uit de gevestigde pachtverhoudingen voorvloeiende pachtovereenkomsten.

Artikel

25

Artikel

26

Indien partijen niet binnen de in het derde lid van artikel 25 gestelde termijn tot inzending van de getekende pachtovereenkomst bij de grondkamer zijn overgegaan, maakt de grondkamer een akte in drievoud op, gelijkluidend aan de aan partijen gezonden ontwerp-pachtovereenkomst, en bepaalt daarin de pachtprijs. De grondkamer ondertekent de akte en zendt een exemplaar daarvan bij aangetekende brief aan ieder der partijen toe.

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Afdeling

4

Bepalingen omtrent andere rechten

Artikel

30

Afdeling

5

Het reconstructieprogramma

Artikel

31

Voor Midden-Delfland wordt een reconstructieprogramma vastgesteld, inhoudende de uitgangspunten voor de reconstructie, bedoeld in artikel 2, een omschrijving van de voor de verwezenlijking van die reconstructie aan te wenden middelen, alsmede de uitgangspunten voor een verdeling van de kosten van de reconstructie.

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Het reconstructieprogramma kan worden gewijzigd. De artikelen 32-36 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

38

Het reconstructieprogramma dient als grondslag voor het plan van voorzieningen. Een overeenkomstig de artikelen 32-36 in gang gezette procedure tot wijziging van het reconstructieprogramma ontneemt aan het tot dan toe geldende programma, voorzover niet tot voorwerp van wijziging gemaakt, niet de betekenis van grondslag voor het plan van voorzieningen.

Afdeling

6

Het plan van voorzieningen en de uitvoering van werken

Artikel

39

Artikel

40

De reconstructie-commissie stelt een ontwerp voor het plan van voorzieningen of een gedeelte hiervan vast en onderwerpt dit, vergezeld door een kaart, waarop de te treffen voorzieningen zo nauwkeurig mogelijk zijn aangegeven, aan de instemming van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Het plan van voorzieningen of een gedeelte hiervan kan worden gewijzigd. De artikelen 40-44 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

46

Afdeling

7

De vaststelling van de rechten en van de schatting

Artikel

47

De reconstructie-commissie stelt een zo volledig mogelijke lijst samen van de rechthebbenden met de vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Artikel

54

Voor zover geen overeenstemming wordt verkregen, of voor zover de reconstructie-commissie van oordeel is, dat de bezwaren niet tijdig zijn ingediend maakt zij omtrent die bezwaren en het daaromtrent verhandelde proces-verbaal op.

Artikel

55

De reconstructie-commissie zendt zo spoedig mogelijk een afschrift van de lijst van rechthebbenden en van de krachtens de artikelen 52, 53 en 54 opgemaakte processen-verbaal aan de rechter-commissaris.

Artikel

56

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

Artikel

63

Zodra omtrent alle geschillen over de rechten betreffende de in Midden-Delfland gelegen onroerende zaken onherroepelijk is beslist, wordt de lijst van rechthebbenden door de rechtbank gesloten.

Artikel

64

Nadat alle rechten betreffende de bij de reconstructie betrokken onroerende zaken vaststaan, worden zij met wie geen overeenstemming omtrent de schattingen is verkregen, alsmede de Centrale Cultuurtechnische Commissie, de reconstructie-commissie en de aan deze toegevoegde ingenieur van het kadaster of diens plaatsvervanger opgeroepen om te verschijnen op een door de rechtbank bepaalde zitting.

Artikel

65

Artikel

66

Tegen de uitspraak van de rechtbank is geen verzet noch enige andere voorziening toegelaten, onverminderd de bevoegdheid van de procureur-generaal bij de Hoge Raad om zich, in het belang der wet, in cassatie te voorzien.

Artikel

67

Artikel

68

Zodra de lijst van rechthebbenden en het register van de uitkomsten der schattingen zijn gesloten, geeft de rechter-commissaris hiervan kennis aan de Centrale Cultuurtechnische Commissie en aan de reconstructie-commissie; hij zendt een afschrift van de lijst van rechthebbenden aan de reconstructie-commissie en aan het desbetreffende kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers.

Afdeling

8

Openstelling voor het openbaar verkeer van wegen; eigendom, beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken, kaden en kunstwerken; eigendom van onroerende zaken, van belang voor de landschappelijke verzorging

Artikel

69

Artikel

70

Gedeputeerde staten stellen het plan van wegen en waterlopen en het landschapsplan geheel of bij gedeelten vast en zenden aan de belanghebbende openbare lichamen, aan de Centrale Cultuurtechnische Commissie en aan de reconstructie-commissie een afschrift van hun besluiten met de daarbij behorende kaarten.

Artikel

71

Wegen met de daartoe behorende kunstwerken welke voorheen voor het openbaar verkeer waren opengesteld en niet in het plan van wegen en waterlopen worden opgenomen, worden in afwijking van het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Wegenwet door het enkele feit van de niet-opneming aan het openbaar verkeer onttrokken. Aan wegen met de daartoe behorende kunstwerken, welke in het plan van wegen en waterlopen worden opgenomen maar die voorheen niet voor het openbaar verkeer waren opengesteld, wordt in afwijking van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van de Wegenwet door het enkele feit van de opneming de bestemming van openbare weg gegeven.

Artikel

72

Artikel

73

Artikel

74

Voor zover het openbaar lichaam voorheen niet was belast met het beheer en het onderhoud van wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken gaan in afwijking van het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van de Waterstaatswet 1900 en de artikelen 18a, 19 en 20 van de Wegenwet het beheer en het onderhoud over door het enkele feit van de aanwijzing in beheer en onderhoud.

Artikel

75

Afdeling

9

Het plan van toedeling

Artikel

76

Artikel

77

Het plan van toedeling houdt in:

  • 1.

    de kavelindeling;

  • 2.

    de toedeling der kavels;

  • 3.

    de ingevolge artikel 20 gehandhaafde, opgeheven en gevestigde pachtverhoudingen, onder vermelding van de in het derde lid van artikel 20 bedoelde bepalingen inzake de duur en de verlengbaarheid der pachtovereenkomst;

  • 4.

    de in artikel 30 bedoelde regeling, opheffing of vestiging van beperkte rechten, het recht van huur en de lasten, welke met betrekking tot de onroerende zaken bestaan;

  • 5.

    bepalingen omtrent de ingebruikneming.

Artikel

78

In het plan van toedeling kunnen met toestemming van hen, die bevoegd zijn te beschikken, ten aanzien van niet in Midden-Delfland gelegen onroerende zaken regelingen worden opgenomen betreffende grenswijziging, burenrechten en erfdienstbaarheden.

Artikel

79

Artikel

80

Binnen veertien dagen na de laatste dag, waarop het in artikel 79 bedoelde plan van toedeling ter inzage heeft gelegen, kan iedere belanghebbende schriftelijk zijn bezwaren bij de reconstructie-commissie indienen.

Artikel

81

Artikel

82

Artikel

83

Artikel

84

Artikel

85

Artikel

86

Tegen de uitspraak van de rechtbank is geen verzet noch enige andere voorziening toegelaten, onverminderd de bevoegdheid van de procureur-generaal bij de Hoge Raad om zich in het belang der wet in cassatie te voorzien.

Artikel

87

Wanneer ten gevolge van de behandeling van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden door de rechter wijzigingen in die lijst worden aangebracht, alsmede, wanneer ingevolge het bepaalde in artikel 23 wijzigingen worden aangebracht in de registratie, bedoeld in artikel 21, brengt de rechter de daardoor noodzakelijk geworden wijzigingen in het plan van toedeling aan.

Artikel

88

Indien de reconstructiecommissie zulks verzoekt, wordt degene, aan wie krachtens het plan van toedeling enige onroerende zaak in eigendom of in gebruik toekomt, op bevelschrift van de rechter-commissaris desnoods door middel van de sterke arm bij voorraad in de macht daarvan gesteld.

Afdeling

10

De akte van toedeling

Artikel

89

Artikel

90

Artikel

91

Na de inschrijving van de in artikel 89 bedoelde akte wordt hij, aan wie daarbij enige onroerende zaak in eigendom of gebruik is toegedeeld, desnoods op bevelschrift van de rechter-commissaris door middel van de sterke arm, in de macht daarvan gesteld.

Afdeling

11

De tweede schatting en de lijst der geldelijke regelingen

Artikel

92

Artikel

93

De reconstructie-commissie gaat daarna zo spoedig mogelijk over tot het opmaken van de lijst der geldelijke regelingen.

Artikel

94

De lijst der geldelijke regelingen houdt in:

  • 1.

    de uitkomsten der schatting volgens artikel 92, alsmede de daaruit voortvloeiende geldelijke verrekeningen ten aanzien van de daarbij betrokken eigenaren;

  • 2.

    de geldelijke verrekeningen, voortvloeiende uit de toepassing van de artikelen 15, 16, 17 en 18;

  • 3.

    de geldelijke verrekeningen, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 20;

  • 4.

    de bepalingen der geldelijke gevolgen, bedoeld in artikel 30;

  • 5.

    de krachtens artikel 46, zevende lid, uit te keren schadevergoedingen;

  • 6.

    andere toe te kennen schadevergoedingen;

  • 7.

    de vergoedingen voor zaken welke in verband met de overgang der onroerende zaken moeten worden verrekend.

Artikel

95

Artikel

96

Binnen dertig dagen na de laatste dag, waarop de in artikel 95 bedoelde lijst van geldelijke regelingen ter inzage heeft gelegen, kan iedere belanghebbende schriftelijk zijn bezwaren bij de reconstructie-commissie indienen.

Artikel

97

Voor zover binnen de termijn en op de wijze in het vorige artikel bepaald geen bezwaren zijn ingediend, staat de lijst der geldelijke regelingen vast. Daarvan maakt de reconstructie-commissie een proces-verbaal op.

Artikel

98

Artikel

99

Voor zover geen overeenstemming wordt verkregen, maakt de reconstructie-commissie van het omtrent die bezwaren verhandelde proces-verbaal op.

Artikel

100

De reconstructie-commissie zendt zo spoedig mogelijk een afschrift van de lijst der geldelijke regelingen en van de in de artikelen 97, 98 en 99 bedoelde processen-verbaal aan de rechter-commissaris.

Artikel

101

Artikel

102

Artikel

103

Artikel

104

Tegen de uitspraak van de rechtbank is geen verzet noch enige andere voorziening toegelaten, onverminderd de bevoegdheid van de procureur-generaal bij de Hoge Raad, om zich, in het belang der wet, in cassatie te voorzien.

Artikel

105

De lijst der geldelijke regelingen, zoals zij door de rechter is gesloten, geldt als titel voor de daarin omschreven vorderingen.

Afdeling

11a

Algemene wet bestuursrecht

Afdeling

12

De kosten

Artikel

106

Ten laste van het Rijk komen alle kosten der reconstructie, voor zover deze niet ingevolge de bepalingen van deze wet of krachtens overeenkomst door anderen worden gedragen.

Artikel

107

Artikel

108

De rente bedraagt zes ten honderd van het volgens artikel 107 verschuldigde bedrag.

Artikel

109

Vervallen

Artikel

110

De rente is verschuldigd over zesentwintig achtereenvolgende jaren, te beginnen met het jaar volgende op dat, waarin de reconstructie in de basisregistratie kadaster is opgenomen.

Artikel

111

Artikel

112

Artikel

113

Het bedrag van de rente wordt door de zorg van het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers bij ieder daaraan onderworpen perceel in de basisregistratie kadaster opgenomen.

Artikel

114

Artikel

115

Artikel

116

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

117

De medewerking van de bewaarder van het kadaster en de openbare registers bij de uitvoering van deze wet geschiedt kosteloos.

Artikel

118

Na beëindiging der werkzaamheden draagt de rechtercommissaris alle stukken, op de reconstructie betrekking hebbende, over aan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

119

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

120

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

121

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Juliana
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Gruijters
De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, W. Meijer
De Minister van Landbouw en Visserij a.i., Boersma
De Minister van Financiën, W. F. Duisenberg
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Westerterp
De Minister van Justitie, Van Agt
De Minister van Justitie, Van Agt

Kaart

Midden-Delfland

gewijzigde gebiedsgrens