Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren

De Minister van Landbouw en Visserij,
Gelet op artikel 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stb. 666);
Na overleg met het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap, het Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven, het Centraal Nederlands Hengelaars Verbond en de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties,

Besluit:

Artikel

1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a.
‘visserijzone’:

de in artikel 1, vierde lid, onder a, van de Visserijwet 1968 (Stb. 312) bedoelde zone;

b.
‘zeegebied’:

de als zodanig bij het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 (Stb. 176) aangewezen wateren;

c.
‘kustwateren’:

de als zodanig bij het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 aangewezen wateren.

d.
‘Minister’:

minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

e.
‘rapen’:

het vergaren, niet zijnde het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van schelpdieren;

f.
‘handmatig’:

met de hand, zonder gebruikmaking van enig hulpmiddel, dan wel louter met gebruikmaking van een riek of een spade.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Het is verboden in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren, met uitzondering van de Westerschelde, te vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van mosselen en zeesterren.

Artikel

5

Het is verboden te vissen met:

  • a.

    sleepnetten in de Oosterschelde ten oosten van de Oosterscheldekering;

  • b.

    sleepnetten met wekkerkettingen in de gebieden genoemd in bijlage 1.

Artikel

6

Het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van kokkels/kokhanen (Cardium edule L.) is in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren verboden.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Het is verboden:

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

11a

Het is verboden de visserij uit te oefenen met een vissersvaartuig waarvan het motorvermogen groter is dan het motorvermogen dat staat vermeld op de ten behoeve van dat vissersvaartuig verleende vergunning als bedoeld in artikel 11, derde lid.

Artikel

12

De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in deze beschikking.

Artikel

13

Aan ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen, als bedoeld in de vorige artikelen kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kunnen ook onder beperkingen worden verleend. Zij kunnen worden ingetrokken.

Artikel

13a

Bij het verlenen van ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen, als bedoeld in de artikelen 11 en 12 voor wateren als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel c, alsmede bij het daaraan verbinden van voorschriften en het verlenen onder beperkingen, als bedoeld in artikel 13, wordt mede rekening gehouden met de belangen van de natuurbescherming.

Artikel

14

De volgende beschikkingen worden ingetrokken:

  • a.

    de Beschikking van 27 april 1970 (Stcrt. 82) betreffende verboden vistuigen in de kustwateren;

  • b.

    de Beschikking van 21 mei 1974 (Stcrt. 99) betreffende het vissen met enig vistuig bestemd tot het vangen van kokkels/kokhanen (Cardium Edule L.);

  • c.

    de Beschikking regeling garnalenvangst 1975 (Stcrt. 197).

Artikel

15

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1978. Zij kan worden aangehaald als ‘Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren’.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij, A.P.J.M.M. van derStee

Bijlage

1

behorend bij de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren

Gebied I (Balgzand en Breehorn)

In het westen en het zuiden begrensd door de kust van Noord-Holland vanaf het sectorlicht op de dijk achter de Berghaven te Den Helder tot de noordelijke dam van de haveningang van Den Oever.

In het noorden begrensd door een lijn vanaf het eerdergenoemde sectorlicht naar de ton M3 en vandaar via de lichtboeien en tonnen van het Malzwin, genummerd M5, M7, M9, M11, M13, M15, M17, M19, M21, M23 (punt 1: 52°59.188'N, 04°56.404'O) en vervolgens over de punten 2 (52°57.174'N, 04°56.239'O), 3 (52°56.185'N, 04°56.720'O), 4 (52°56.351'N,04°57.516'O), 5 (52°56.674'N, 04°57.441'O), 6 (52°56.744'N, 04°58.313'O), 7 (52°56.930'N, 04°58.574'O) en vandaar in oostelijke richting over de lijn van gemiddeld LLWS naar het havenhoofd van Den Oever.

In het oosten begrensd door lijnen tussen groene lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de Wierbalg, genummerd W1, W1a, W3, W3a, W5, W7, W9, W11, W13, W13a, W15, W17, O1, O1a, O3, O5, naar de noordelijke dam van de haveningang van Den Oever.

Gebied II (Terschellingerwad en Jacobsruggen)

In het noordoosten en het oosten begrensd door een lijn vanaf de Noordkaap op de Boschplaat van Terschelling naar de ton O96, vervolgens langs de tonnen en drijfbakens van het Oosterom (even nummers aflopend O96 t/m O42) naar de percelen van de Noorderbalgen.

In het zuidoosten begrensd door de bovenlijn aan de Terschellingerzijde van de percelen van de Noorderbalgen (NB 43-45, NB 1-7, NB 8-30) en vandaar langs de lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de Noordoost-Meep en de West-Meep, genummerd R1/NOM10a, NOM10, NOM8, NOM6, NOM4/S5, NOM2, WM6 en WM4.

In het zuidwesten begrensd door een lijn tussen de lichtboeien en tonnen van de Vlieree, genummerd SG2, VL2a, VL4, VL6, VL8, VL10 en WM4.

In het noorden en noordwesten begrensd door een lijn tussen lichtboeien van het Schuitengat, genummerd SG2, SG4, SG6, SG8, SG10 en vandaar in noordelijke richting naar de kust van Terschelling en langs de kust in hoofdzakelijk noordoostelijke richting tot het snijpunt met de lijn tussen de eerdergenoemde Noordkaap en de ton 096.

Gebied III (Piet Scheveplaat)

In het noordwesten begrensd door een lijn tussen het scheidingsbaken DG10/KG1 en de lichtboei KG11.

In het noordoosten begrensd door lijnen tussen de lichtopstanden, lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de groene zijde van het Kikkertgat, genummerd KG11 t/m KG39.

In het zuidwesten en zuidoosten begrensd door de drijf- en steekbakens van het Dantziggat, genummerd DG10/KG1 t/m DG36 en vervolgens in rechte lijn naar de lichtopstand KG39.

Gebied IV (Groningerwad)

In het noorden begrensd door de basislijn van de territoriale zee van Nederland tussen het baken op de Boschplaat van Rottumerplaat (53°31'48,9" NB en 06°27'42,4" OL) en de Grote Kaap op de Rottumeroog (53°32'39,1" NB en 06°34'39,0" OL).

In het oosten begrensd door lijnen getrokken tussen de Grote Kaap te Rottumeroog en de tonnen H15 en A1b/H17 in het Horsborngat, van laatstgenoemde ton naar de lichtopstand op het Horsbornzand (ca. 53°31'28" NB en 06°39'50" OL), vervolgens via de scheidingston VR naar het westelijk havenhoofd van de Eemshaven.

In het zuiden begrensd door de kust van de provincie Groningen, van het westelijk havenhoofd van de Eemshaven tot de vissershaven van Noordpolderzijl.

In het westen door lijnen getrokken tussen het baken op de Boschplaat van Rottumerplaat en de tonnen en drijfbakens in de Zuidoost Lauwers, achtereenvolgens genummerd: ZOL1, ZOL3, ZOL5, ZOL6, ZOL7, ZOL9, ZOL11, ZOL8, ZOL10, ZOL12, ,ZOL14, ZOL16, ZOL17, ZOL19, ZOL18, ZOL20, ZOL22, ZOL24, ZOL26, VN2, VN1 en vervolgens langs de steekbakens van de haveningang naar de haven van Noordpolderzijl.

Gebied V (De Hond en de Paap in de Eems)

Het volgens de nieuwste uitgave van de hydrografische kaart nr. 1812.6 droogvallende gebied van de Hond en de Paap, inclusief de geultjes en prielen.

Gebied VI (Noordelijke tak van de Oosterschelde)

Het gebied in het zuidwesten begrensd door een lijn tussen de sectorlichten van de Hoek van Ouwerkerk (51°36.915'N, 03°58.330'O) en de haven van Stavenisse (51°35.731'N, 04°00.348'O) en ten noordwesten van de lijn begrensd door de kusten van Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland, alsmede de Grevelingendam en de Philipsdam.

Onder het gesloten gebied zijn het Slaak en de Krabbenkreek mede begrepen.

Gebied VII (Westelijk deel van de Roggenplaat)

In het oosten begrensd door een lijn tussen punt 1 gelegen op 51°40.785'N en 03°46.675'O in de Hammen en punt 2 gelegen op 51°38.880'N en 03°46.750'O in de Geul van de Roggenplaat. Deze lijn raait op de Plompetoren op de kust van Schouwen.

In het zuiden begrensd door een lijn die loopt tussen punt 2 en punt 3 gelegen op 51°38.950'N en 03°43.240'O op de Oosterscheldekering, tot het snijpunt met de grens van het verboden vaargebied van de Oosterscheldekering in het Schaar van de Roggenplaat en vandaar in noordwestelijke richting naar de havendam van de Roggenplaathaven.

In het westen begrensd door de havendam van de Roggenplaathaven en de grens van het verboden vaargebied van de Oosterscheldekering in het stroomgat Hammen, naar de kust van Schouwen.

In het noorden begrensd door de kust van Schouwen, de Westbout en de havendam van Burghsluis tot punt 4 gelegen op 51°40.400'N en 03°45.200'O, vandaar in zuidoostelijke richting naar punt 5 gelegen op 51°40.100'N en 03°45.550'O en vervolgens in overwegend noordoostelijke richting naar punt 1.

Bijlage

2

behorend bij de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren