Na overleg met het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap, het Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven, het Centraal Nederlands Hengelaars Verbond en de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties,
Besluit:
Artikel
1
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
het vergaren, niet zijnde het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van schelpdieren;
f.
‘handmatig’:
met de hand, zonder gebruikmaking van enig hulpmiddel, dan wel louter met gebruikmaking van een riek of een spade.
Artikel
2
1
Het is verboden in het zeegebied en de kustwateren te vissen met:
a.
de harpoen, de elger, de aalschaar, of enig ander vistuig, hetwelk geëigend is de vis te verwonden, met uitzondering van het hoekwant, de reep, de dobber, de zetangel of fleur, de hengel of spieringtuig;
b.
een visnet waarvan het netwerk van metaalgaas is vervaardigd, met uitzondering van de kreeftenkorf en enig ander net, bestemd of mede bestemd tot het vangen van schaal- en schelpdieren, zeesterren en zee- of koraalmos.
het staande ansjovisnet, de fuik van een ansjovisweer 15 mm
c.
het kuilnet 17 mm
d.
de zegen 20 mm
e.
het spieringdrijfnet 25 mm
f.
het schutnet, het staande botnet, de fuik aan een botweer 80 mm
4
Het is verboden in de kustwateren te vissen met een vistuig, waarvoor een minimummaaswijdte is vastgesteld, indien met betrekking tot dat vistuig enige handeling is verricht of enig middel is aangewend, waardoor het ontsnappen van vis kan worden bemoeilijkt of belet.
5
Onder spieringdrijfnet, als bedoeld in het derde lid onder f wordt verstaan, ieder een- of meerwandig wargaren, hetwelk bij gebruik door de stroom wordt voortbewogen, met een maaswijdte van 45 mm of minder.
Artikel
3
1
Het is verboden in het zeegebied en de kustwateren te vissen met een palingfuik, staand want, hoekwant, aalkub, aalkistje, ankerkuil of enig ander vast vistuig.
2
Het is verboden in de kustwateren te vissen met een zegen.
Artikel
4
Het is verboden in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren, met uitzondering van de Westerschelde, te vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van mosselen en zeesterren.
Artikel
5
Het is verboden te vissen met:
a.
sleepnetten in de Oosterschelde ten oosten van de Oosterscheldekering;
b.
sleepnetten met wekkerkettingen in de gebieden genoemd in bijlage 1.
Artikel
6
Het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van kokkels/kokhanen (Cardium edule L.) is in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren verboden.
Artikel
7
1
Het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon crangon) is in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren met uitzondering van de Westerschelde verboden.
2
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor degene, die anders dan met behulp van een vaartuig op garnalen vist.
andere gesloten gebieden die alszodanig door de Minister in de Staatscourant bekend zijn gemaakt, voor de duur dat deze andere gebieden door hem gesloten zijn verklaard.
2
Van het verbod, bedoeld in het eerste lid, wordt vrijstelling verleend aan:
a.
degene die handmatig schelpdieren raapt en die:
visrechthebbende is op de desbetreffende schelpdierpercelen, gelegen in de in het eerste lid bedoelde gebieden, dan wel
van de visrechthebbende vooraf schriftelijke toestemming heeft gekregen handmatig schelpdieren te rapen op die percelen;
b.
degene die handmatig schelpdieren raapt voor eigen gebruik, tot ten hoogste tien kg. per dag.
3
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden, is het verboden in de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren schaal- en schelpdieren te rapen tussen één uur na zonsondergang en één uur vóór zonsopgang.
Artikel
9
Het is verboden:
a.
in de visserijzone oesters of mosselen uit te zaaien, die afkomstig zijn uit andere wateren dan de visserijzone;
b.
in het zeegebied oesters of mosselen uit te zaaien, die afkomstig zijn uit andere wateren dan dat zeegebied;
Het is verboden op of in de nabijheid van enig in artikel 1 bedoeld water een vistuig voorhanden te hebben, indien een voor zover het gebruik van dat vistuig in dat water ingevolge het bepaalde in de vorige artikelen verboden is.
2
Het verbod geldt niet indien het vistuig zodanig is verpakt of in zodanige toestand is, dat dadelijk gebruik daarvan niet mogelijk is.
Artikel
11
1
De in de artikelen 3, 4, 5, onder a, 6, 7, eerste lid, 8 en 9 gestelde verboden gelden niet voor degene, die voorzien is van een vergunning van de minister.
2
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt niet verleend voor het vissen met vistuigen geschikt voor het vangen met kokkels/kokhanen of mosselen en zeesterren in de gebieden genoemd in bijlage 1.
3.
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid bestemd voor het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon, crangon) in de visserijzone, het zeegebieden of de kustwateren bevat met ingang van 1 januari 2002 de volgende gegevens: a. de naam van de vergunninghouder; b. de lettertekens, het nummer, het motorvermogen en de tonnage van het vissersvaartuig ten behoeve waarvan de vergunning is verleend, en c. het segment, bedoeld de bijlage bij beschikking nr. 2001/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2000 tot wijziging van Beschikking 98/121/EG houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Nederland voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (PbEG L 5) waartoe het vissersvaartuig behoort.
4.
Een vergunning als bedoeld in het derde lid wordt slechts verleend ten aanzien van een vissersvaartuig dat behoort tot hetzelfde segment, bedoeld in het derde lid, onderdeel c, als het vissersvaartuig ten behoeve waarvan die vergunning laatstelijk is verleend.
5.
Vervallen.
6.
Vervallen.
7.
De minister maakt in de maanden januari, april, juli en oktober het in het vierde lid, onderdeel b, bedoelde percentage per segment als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, bekend in de Staatscourant.
Artikel
11a
Het is verboden de visserij uit te oefenen met een vissersvaartuig waarvan het motorvermogen groter is dan het motorvermogen dat staat vermeld op de ten behoeve van dat vissersvaartuig verleende vergunning als bedoeld in artikel 11, derde lid.
Artikel
12
De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in deze beschikking.
Artikel
13
Aan ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen, als bedoeld in de vorige artikelen kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kunnen ook onder beperkingen worden verleend. Zij kunnen worden ingetrokken.
Artikel
13a
Bij het verlenen van ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen, als bedoeld in de artikelen 11 en 12 voor wateren als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel c, alsmede bij het daaraan verbinden van voorschriften en het verlenen onder beperkingen, als bedoeld in artikel 13, wordt mede rekening gehouden met de belangen van de natuurbescherming.
Artikel
14
De volgende beschikkingen worden ingetrokken:
a.
de Beschikking van 27 april 1970 (Stcrt. 82) betreffende verboden vistuigen in de kustwateren;
b.
de Beschikking van 21 mei 1974 (Stcrt. 99) betreffende het vissen met enig vistuig bestemd tot het vangen van kokkels/kokhanen (Cardium Edule L.);
c.
de Beschikking regeling garnalenvangst 1975 (Stcrt. 197).
Artikel
15
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1978. Zij kan worden aangehaald als ‘Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren’.
's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij, A.P.J.M.M. van derStee
Bijlage
1
behorend bij de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren
Gebied I (Balgzand en Breehorn)
In het westen en het zuiden begrensd door de kust van Noord-Holland vanaf het sectorlicht op de dijk achter de Berghaven te Den Helder tot de noordelijke dam van de haveningang van Den Oever.
In het noorden begrensd door een lijn vanaf het eerdergenoemde sectorlicht naar de ton M3 en vandaar via de lichtboeien en tonnen van het Malzwin, genummerd M5, M7, M9, M11, M13, M15, M17, M19, M21, M23 (punt 1: 52°59.188'N, 04°56.404'O) en vervolgens over de punten 2 (52°57.174'N, 04°56.239'O), 3 (52°56.185'N, 04°56.720'O), 4 (52°56.351'N,04°57.516'O), 5 (52°56.674'N, 04°57.441'O), 6 (52°56.744'N, 04°58.313'O), 7 (52°56.930'N, 04°58.574'O) en vandaar in oostelijke richting over de lijn van gemiddeld LLWS naar het havenhoofd van Den Oever.
In het oosten begrensd door lijnen tussen groene lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de Wierbalg, genummerd W1, W1a, W3, W3a, W5, W7, W9, W11, W13, W13a, W15, W17, O1, O1a, O3, O5, naar de noordelijke dam van de haveningang van Den Oever.
Gebied II (Terschellingerwad en Jacobsruggen)
In het noordoosten en het oosten begrensd door een lijn vanaf de Noordkaap op de Boschplaat van Terschelling naar de ton O96, vervolgens langs de tonnen en drijfbakens van het Oosterom (even nummers aflopend O96 t/m O42) naar de percelen van de Noorderbalgen.
In het zuidoosten begrensd door de bovenlijn aan de Terschellingerzijde van de percelen van de Noorderbalgen (NB 43-45, NB 1-7, NB 8-30) en vandaar langs de lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de Noordoost-Meep en de West-Meep, genummerd R1/NOM10a, NOM10, NOM8, NOM6, NOM4/S5, NOM2, WM6 en WM4.
In het zuidwesten begrensd door een lijn tussen de lichtboeien en tonnen van de Vlieree, genummerd SG2, VL2a, VL4, VL6, VL8, VL10 en WM4.
In het noorden en noordwesten begrensd door een lijn tussen lichtboeien van het Schuitengat, genummerd SG2, SG4, SG6, SG8, SG10 en vandaar in noordelijke richting naar de kust van Terschelling en langs de kust in hoofdzakelijk noordoostelijke richting tot het snijpunt met de lijn tussen de eerdergenoemde Noordkaap en de ton 096.
Gebied III (Piet Scheveplaat)
In het noordwesten begrensd door een lijn tussen het scheidingsbaken DG10/KG1 en de lichtboei KG11.
In het noordoosten begrensd door lijnen tussen de lichtopstanden, lichtboeien, tonnen en drijfbakens van de groene zijde van het Kikkertgat, genummerd KG11 t/m KG39.
In het zuidwesten en zuidoosten begrensd door de drijf- en steekbakens van het Dantziggat, genummerd DG10/KG1 t/m DG36 en vervolgens in rechte lijn naar de lichtopstand KG39.
Gebied IV (Groningerwad)
In het noorden begrensd door de basislijn van de territoriale zee van Nederland tussen het baken op de Boschplaat van Rottumerplaat (53°31'48,9" NB en 06°27'42,4" OL) en de Grote Kaap op de Rottumeroog (53°32'39,1" NB en 06°34'39,0" OL).
In het oosten begrensd door lijnen getrokken tussen de Grote Kaap te Rottumeroog en de tonnen H15 en A1b/H17 in het Horsborngat, van laatstgenoemde ton naar de lichtopstand op het Horsbornzand (ca. 53°31'28" NB en 06°39'50" OL), vervolgens via de scheidingston VR naar het westelijk havenhoofd van de Eemshaven.
In het zuiden begrensd door de kust van de provincie Groningen, van het westelijk havenhoofd van de Eemshaven tot de vissershaven van Noordpolderzijl.
In het westen door lijnen getrokken tussen het baken op de Boschplaat van Rottumerplaat en de tonnen en drijfbakens in de Zuidoost Lauwers, achtereenvolgens genummerd: ZOL1, ZOL3, ZOL5, ZOL6, ZOL7, ZOL9, ZOL11, ZOL8, ZOL10, ZOL12, ,ZOL14, ZOL16, ZOL17, ZOL19, ZOL18, ZOL20, ZOL22, ZOL24, ZOL26, VN2, VN1 en vervolgens langs de steekbakens van de haveningang naar de haven van Noordpolderzijl.
Gebied V (De Hond en de Paap in de Eems)
Het volgens de nieuwste uitgave van de hydrografische kaart nr. 1812.6 droogvallende gebied van de Hond en de Paap, inclusief de geultjes en prielen.
Gebied VI (Noordelijke tak van de Oosterschelde)
Het gebied in het zuidwesten begrensd door een lijn tussen de sectorlichten van de Hoek van Ouwerkerk (51°36.915'N, 03°58.330'O) en de haven van Stavenisse (51°35.731'N, 04°00.348'O) en ten noordwesten van de lijn begrensd door de kusten van Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland, alsmede de Grevelingendam en de Philipsdam.
Onder het gesloten gebied zijn het Slaak en de Krabbenkreek mede begrepen.
Gebied VII (Westelijk deel van de Roggenplaat)
In het oosten begrensd door een lijn tussen punt 1 gelegen op 51°40.785'N en 03°46.675'O in de Hammen en punt 2 gelegen op 51°38.880'N en 03°46.750'O in de Geul van de Roggenplaat. Deze lijn raait op de Plompetoren op de kust van Schouwen.
In het zuiden begrensd door een lijn die loopt tussen punt 2 en punt 3 gelegen op 51°38.950'N en 03°43.240'O op de Oosterscheldekering, tot het snijpunt met de grens van het verboden vaargebied van de Oosterscheldekering in het Schaar van de Roggenplaat en vandaar in noordwestelijke richting naar de havendam van de Roggenplaathaven.
In het westen begrensd door de havendam van de Roggenplaathaven en de grens van het verboden vaargebied van de Oosterscheldekering in het stroomgat Hammen, naar de kust van Schouwen.
In het noorden begrensd door de kust van Schouwen, de Westbout en de havendam van Burghsluis tot punt 4 gelegen op 51°40.400'N en 03°45.200'O, vandaar in zuidoostelijke richting naar punt 5 gelegen op 51°40.100'N en 03°45.550'O en vervolgens in overwegend noordoostelijke richting naar punt 1.
Bijlage
2
behorend bij de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren
1
Het op grond van de Natuurbeschermingswet gesloten gebied rondom de Griend, zoals aangegeven op de nieuwste uitgave van de hydrografische kaart nr. 1811.4.
2
Het gebied tussen de vaste wal van Vlieland en de lijn lopend door de volgende punten (volgens de nieuwste uitgave van de hydrografische kaart 1811.4):
de coördinaten:
53.13.000 NB 4.55.500 OL
53.13.750 NB 4.59.500 OL
53.16.250 NB 5.02.000 OL
de dubbele meetpaal west van de haven van Oost-Vlieland (Oc. 10 8s)
3
Het gebied tussen de vaste wal van Ameland en de lijn lopend door de volgende punten (volgens de nieuwste uitgave van de hydrografische kaarten nrs. 1811.6 en 1812.2):
de kerktoren van Hollum
de boeien
WA 16
MG 6
MG 10
MG 12
MG 16
MG 18
MG 20
MG 22/BB1
MG 24
MG 17/KG 10
KG 14
de coördinaten
53.26.500 NB 5.56.000 OL
53.27.500 NB 5.58.000 OL
3
Het gebied tussen de vaste wal van Schiermonnikoog en de lijn lopend door de volgende punten (volgens de nieuwste uitgave van de hydrografische kaarten nrs. 1812.3 en 18.12.4):