Beschikking bemonsteringsmethode meststoffen

De Minister van Landbouw en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder;

partij:

de hoeveelheid van een zelfde produkt welke een eenheid vormt en waarvan wordt aangenomen dat ze uniforme eigenschappen of hoedanigheden bezit;

ondermonster:

een op een bepaald punt uit een partij genomen hoeveelheid;

verzamelmonster:

de ondermonsters uit een zelfde partij te zamen;

deelmonster:

een representatief gedeelte van het verzamelmonster, dat wordt verkregen door het verkleinen van het verzamelmonster;

eindmonster:

een representatief gedeelte van het deelmonster dan wel in de gevallen genoemd in artikel 10, tweede lid van het verzamelmonster;

EG-meststof:

een meststof waarvoor bij de type-aanduiding de vermelding EG-meststof wordt gebruikt.

Artikel

2

De bemonsteringsapparatuur moet zijn vervaardigd uit materiaal dat de eigenschappen of hoedanigheden van de te bemonsteren meststoffen niet beïnvloedt. Zij moet bovendien droog en schoon zijn.

Artikel

3

Artikel

4

Bij onverpakte meststoffen dient van een partij overeenkomstig de in artikel 3 voorgeschreven wijze ten minste het aantal ondermonsters te worden genomen als afhankelijk van de grootte van de partij is vermeld in artikel 6.

Artikel

5

Bij verpakte meststoffen dient overeenkomstig de in artikel 3 voorgeschreven wijze ten minste het aantal ondermonsters respectievelijk het aantal verpakkingen als ondermonster te worden genomen als is aangegeven in de artikelen 7 en 8.

Artikel

6

Indien het betreft onverpakte meststoffen bedraagt het aantal te nemen ondermonsters voor zowel EG-meststoffen als andere dan EG-meststoffen:

  • ten minste 7 bij partijen van niet meer dan 2,5 ton;

  • ten minste de vierkantswortel uit 20 maal het aantal tonnen waaruit de partij bestaat bij partijen van meer dan 2,5 ton doch niet meer dan 80 ton;

  • ten minste 40 bij partijen van meer dan 80 ton.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Van elke partij dient een verzamelmonster te worden samengesteld. De ondermonsters die bestemd zijn dit verzamelmonster te vormen moeten te zamen ten minste bedragen:

  • a.

    4 kg voor wat betreft onverpakte EG-meststoffen en 2 kg voor onverpakte meststoffen andere dan EG-meststoffen;

  • b.

    4 kg bij verpakkingen van EG-meststoffen met een inhoud van meer dan 1 kg doch het gewicht van de inhoud van 4 originele verpakkingen indien het verpakkingen betreft van niet meer dan 1 kg;

  • c.

    2 kg of 2 ltr. bij verpakkingen van andere dan EG-meststoffen met een inhoud van meer dan 1 kg of meer dan 1 ltr., doch de inhoud van vier originele verpakkingen indien het verpakkingen betreft van niet meer dan 1 kg of 1 ltr. dan wel indien de inhoud van 4 verpakkingen te zamen meer dan 500 g en meer dan 500 ml bedraagt, een voldoende aantal verpakkingen om ten minste 500 g of 500 ml te verkrijgen.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De verpakking van de eindmonsters dient zodanig te worden verzegeld dat opening ervan zonder beschadiging van het verpakkingsmateriaal of de verzegeling onmogelijk is. De label, bevattende nadere gegevens betreffende het monster moet deel uitmaken van de verzegeling.

De vermeldingen dienen onuitwisbaar te worden aangebracht.

Artikel

13

Artikel

14

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De plv. secretaris-generaal,
G. J. van Dinter