Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 23 mei 1978, DGMH/L, nr. 152544, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij;
Overwegende dat het wenselijk is dat, in verband met de mogelijke vermindering van de ozon in de stratosfeer door inwerking van dichloordifluormethaan en trichloorfluormethaan en de nadelige gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens, de luchtverontreiniging door gebruik van spuitbussen die deze stoffen bevatten, wordt beperkt, en dat als eerste stap daartoe wordt voorgeschreven dat de gebruiker van spuitbussen met het oog op deze effecten wordt gewaarschuwd;
Gezien het advies van de Raad inzake de luchtverontreiniging van 8 december 1977;
De Raad van State gehoord (advies van 5 juli 1978, nr. 20);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 25 oktober 1978, DGMH/L, nr. 160121, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij;