Artikel
1
1
Met de naam honing mag uitsluitend en moet, onverminderd het bepaalde in artikel 3, worden aangeduid de vloeibare, dikke of gekristalliseerde waar die door bijen wordt bereid uit bloemennectar, uit andere uitscheidingsprodukten die van levende plantedelen afkomstig zijn of uit op levende plantedelen aanwezige uitscheidingsprodukten die van insecten afkomstig zijn, welke grondstoffen door deze bijen worden ingezameld, verwerkt, met eigen specifieke stoffen vermengd en ten slotte in de raten van de bijenwoningen worden opgeslagen om te rijpen.
2
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde mag uitsluitend en moet, onverminderd het bepaalde in artikel 3, worden aangeduid
-
a.
met de naam raathoning: honing die door bijen is opgeslagen in de gesloten cellen van maagdelijke door henzelf gemaakte raten zonder broed, en die in hele raten of delen daarvan worden verkocht;
-
b.
met de naam brokhoning: honing die één of meer brokken raathoning bevat.
3
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde mag, onverminderd het bepaalde in artikel 3, in plaats van met de naam honing worden aangeduid
-
a.
met de naam lekhoning: uitsluitend honing verkregen door het laten uitlekken van ontzegelde raten zonder broed;
-
b.
met de naam slingerhoning: uitsluitend honing verkregen door het centrifugeren van ontzegelde raten zonder broed;
-
c.
met de naam pershoning: uitsluitend honing verkregen door het samenpersen van raten zonder broed, zonder verwarming of bij matige verwarming.
4
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde moet, onverminderd het bepaalde in artikel 3, met de naam bakkershoning of industriehoning worden aangeduid honing die, hoewel geschikt voor menselijke consumptie, niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3, onder g of h.
5
Met een van de in het eerste tot en met het derde lid genoemde aanduidingen aangevuld met het woord "honingdauw" mogen uitsluitend en, tenzij de in het eerste tot en met het derde lid genoemde aanduidingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 zijn aangevuld met een verwijzing naar de oorsprong van een specifieke plant, moeten worden aangeduid de in de bovengenoemde leden bedoelde waren die hoofdzakelijk verkregen zijn uit op levende plantedelen, met uitzondering van bloemen, aanwezige uitscheidingsprodukten, welke ofwel van deze levende plantedelen zelf ofwel van insekten afkomstig zijn.