Uitvoering EEG-wetgeving inzake toestellen onder druk

De Minister van Sociale Zaken,
Overwegende dat ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 over de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake gemeenschappelijke bepalingen betreffende toestellen onder druk en keuringsmethoden voor deze toestellen (76/767/EEG, Pb. E. G. Nr. L262/153 van 27 september 1976) een instantie moet worden aangewezen, die belast is met het beoordelen van dossiers betreffende toestellen onder druk en met het verrichten van daarmede verband houdende werkzaamheden als bedoeld in bijlage IV van de Richtlijn;
dat voorts ter uitvoering van de Richtlijn een instantie moet worden aangewezen, die belast is met het ten aanzien van toestellen onder druk, verrichten van keuringswerkzaamheden als bedoeld in artikel 22, tweede lid, en bijlage IV van de Richtlijn;

Besluit:

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a.
‘Richtlijn’:

de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 over de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake gemeenschappelijke bepalingen betreffende toestellen onder druk en keuringsmethoden voor deze toestellen (76/767/EEG, Pb. E.G. nr. L 262/153 van 27 september 1976);

‘toestel’:

toestel onder druk als bedoeld in artikel I, eerste lid, van de Richtlijn.

Artikel

2

Artikel 2 Deze beschikking is niet van toepassing op

  • a.

    toestellen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Richtlijn;

  • b.

    toestellen ten aanzien waarvan een bijzondere richtlijn als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Richtlijn van toepassing is.

Artikel

3

§

2

Administratieve procedure inzake de beoordeling van dossiers betreffende toestellen die bestemd zijn om in Nederland te worden ingevoerd uit een andere Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De Dienst deelt de aanvrager mede welke keuringswerkzaamheden de keuringsinstantie, gekozen overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onder a. 2°, of overeenkomstig het derde lid van dat artikel, moet verrichten. De Dienst vermeldt daarbij aan welke Nederlandse voorschriften moet worden voldaan en welke onderzoeken, beproevingen of keuringen moeten worden verricht, alvorens het toestel of de toestellen in Nederland kan onderscheidenlijk kunnen worden aanvaard.

§

3

Keuring van toestellen, bestemd om uit Nederland te worden uitgevoerd naar een andere Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap

Artikel

8

§

4

Slotbepaling

Artikel

9

Deze beschikking wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage
De Minister voornoemd, W.Albeda