Besluit van 24 april 1981, houdende vaststelling van de vormgeving van het Verzetsherdenkingskruis

Besluit vaststelling vormgeving Verzetsherdenkingskruis

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Directoraat Generaal Binnenlands Bestuur, Afdeling Kabinetszaken, van 13 april 1981, nr. BK81/U493, mede namens Onze Ministers van Defensie en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk;
Gelet op artikel 5 van Ons besluit van 29 december 1980, Staatsblad 715, houdende instelling van het Verzetsherdenkingskruis;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig

artikel

Het in artikel 1 bedoelde versiersel bestaat uit een vierarmig kruis, lang en breed 40 mm, uitgevoerd in gebrand zilver.

Op de voorzijde van de verticale armen van het kruis bevindt zich een geheven ontbloot zwaard waarop aangebracht, komende vanuit het gevest, een aantal vlammen. Onder de greep van het zwaard zijn onder elkaar aangebracht de jaartallen 1940 en 1945. Het geheel gedekt door een Koninklijke kroon.

Op de horizontale armen bevindt zich een banderol waarop de tekst "De Tyranny Verdrijven".

Op de keerzijde bevindt zich in het midden van het kruis de klimmende leeuw uit het Rijkswapen.

In het bovenste gedeelte van de verticale armen is het jaartal 1980 aangebracht, zijnde het jaartal van instelling. Op de horizontale armen bevinden zich de uiteinden van de banderol.

Het kruis is door middel van een ring verbonden aan een lint van 27 mm breed met in het midden de banen rood, wit en blauw, elke baan ter breedte van 3 mm, en een baan oranje van 9 mm breed, het geheel geflankeerd door banen zwart, ieder 4,5 mm breed.

Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, van Defensie en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zijn, ieder voor zover hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

Lage Vuursche
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. Wiegel
De Minister van Defensie, De Geus
De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, M. Gardeniers-Berendsen
De Minister van Justitie, J. de Ruiter