Regeling onderzoektarieven RIKILT

De Minister van Landbouw en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

Het tarief voor te verrichten onderzoekingen door het Rijks-Kwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwprodukten te Wageningen, wordt als volgt per monster in punten vastgesteld:

Punten

1.

Voor administratie en gebruikelijke voorbereiding van het onderzoek

10

2.

Voor het bepalen van het gehalte aan:

Ruw eiwit

7

Verteerbaar ruw eiwit

14

Werkelijk eiwit

14

Stikstof totaal bij afwezigheid van nitraten

7

Stikstof totaal bij aanwezigheid van nitraten

14

Vocht (droogstofmethode)

4

Ruw vet (etherextract, petroleumetherextract)

7

(etherextract na hydrolyse)

11

(etherextract na voorextractie en hydrolyse)

13

Ruwe celstof

8

Ruwe cellulose

19

Zetmeel (Ewers)

11

(pancreatine, amyloglucosidase)

18

Suiker totaal

11

Reducerende suikers

11

Melksuikers (Luff)

11

(polarimetrisch)

8

(enzymatisch)

18

As

4

Onoplosbare as

6

Chloor

7

Fosfor oplosbaar in water

9

Fosfor oplosbaar in mineraalzuur

12

Fosfor oplosbaar in neutraal ammoniumcitraat

13

Fosfor oplosbaar in 2 pct citroenzuur

13

Fosfor oplosbaar in 2 pct mierenzuur

18

Kooldioxyde

6

Fijnheid (bepaling per fractie)

5

Organische stof (trichloorazijnzuurmethode)

16

pH

7

3.

Voor de volgende bepalingen in vetten:

Geoxideerde vetzuren

30

Vetvrije vetzuren

9

Verontreinigingen

9

Onverzeepbare bestanddelen

21

4.

Voor onderzoek naar de aanwezigheid van levende niet sublethaal beschadigde salmonella

7

Bacteriekiemgetal

11

Schimmelkiemgetal

11

5.

Voor de bepaling van de:

Zuurbindende waarde

8

Artikel

2

Een punt, als bedoeld in artikel 1, komt exclusief b.t.w. overeen met f 5,50.

Artikel

3

Voor spoedanalyse wordt het dubbele van de tarieven, vermeld in artikel 1, in rekening gebracht.

Artikel

4

Artikel

5

Voor gewaarmerkte afschriften van analyseverslagen is exclusief b.t.w. verschuldigd:

  • a.

    indien zij gelijktijdig met het onderzoek zijn aangevraagd, per stuk f 1;

  • b.

    indien zij afzonderlijk zijn aangevraagd:

    voor het eerste exemplaar f 5, voor elk volgend exemplaar f 1.

Artikel

6

In afwijking van het eerste lid dienen bedragen tot een hoogte van f 200 of, indien naar het oordeel van de directeur, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, hiertoe aanleiding bestaat, tot een door hem te bepalen hoger bedrag vóór de aanvang van de onderzoeking, dan wel de onderzoekingen, bij vooruitbetaling te worden voldaan.

Artikel

7

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, G. J. vanDinter