Artikel
1
1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne;
inspecteur: de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid;
arts: degene die bevoegd is de titel van arts te voeren, alsmede, voor zover het betreft de arts, bedoeld in artikel 3, tweede lid, degene die in het land waar hij is gevestigd, het beroep van arts wettig uitoefent;
ziekenhuis: een inrichting waarin personen worden opgenomen voor het ondergaan van een genees-, heel- of verloskundig onderzoek of een genees-, heel- of verloskundige behandeling, met inbegrip van een daarvan onderdeel uitmakende polikliniek;
abortuskliniek - hierna te noemen kliniek -: een inrichting, niet zijnde een ziekenhuis, waarin vrouwen een behandeling ondergaan, gericht op het afbreken van zwangerschap.