Artikel
1
Dit besluit is van toepassing op rechtspersonen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en natuurlijke personen, die hun bedrijf maken van het ter beschikking verkrijgen van het publiek van gelden, op termijnen van twee jaar of langer opvorderbaar, en van het voor hun eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen, met uitzondering van:
-
a.
kredietinstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet toezicht kredietwezen;
-
b.
hypotheekbanken als bedoeld in artikel 1 van het Besluit ondertoezichtstelling hypotheekbanken;
-
c.
ondernemingen en instellingen, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Eerste richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1977 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (Pb. E.G.L 322/30) bij welke naar het oordeel van Onze Minister van Financiën de belangen van crediteuren uit anderen hoofde voldoende beschermd zijn.