Artikel
1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden verstaan onder:
-
a.
"Onze Minister": Onze Minister van Economische Zaken;
-
b.
«Verdrag»: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 228);
-
c.
"Fonds": het Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het Verdrag;
-
d.
"schip", "persoon", "eigenaar", "bijdragende olie", "ton" en "garant": hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Verdrag;
-
e.
«Aansprakelijkheidsverdrag»: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992, met Bijlage (Trb. 1994, 229);
-
f.
"College": het College van Beroep voor het bedrijfsleven.