Artikel
1
Toepassing
De uitoefening van de bevoegdheden van dit besluit geschiedt door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Hebben goedgevonden en verstaan:
De uitoefening van de bevoegdheden van dit besluit geschiedt door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Met betrekking tot het uitvoeren van vluchten worden door Onze Minister voorschriften gegeven ter beperking van de geluidhinder door luchtvaartuigen.
Het is verboden een vlucht uit te voeren met een snelheid groter dan de voortplantingssnelheid van het geluid indien daardoor schokgolven ontstaan.
Het bepaalde in het eerste lid geldt:
ten aanzien van een burgerluchtvaartuig niet indien en voor zover door Onze Minister ontheffing is verleend;
ten aanzien van een militair luchtvaartuig niet indien en voor zover de door of vanwege Onze Minister gegeven voorschriften in acht worden genomen.
De ontheffing als bedoeld in het tweede lid, onder a, kan voor een bepaalde vlucht en voor bepaalde perioden worden verleend. Bij het verzoek om ontheffing moeten gegevens worden overgelegd omtrent de wijze van vluchtuitvoering en de bij het vliegen met een snelheid groter dan de voortplantingssnelheid van het geluid optredende schokgolven.
Het opstijgen of landen van bepaalde soorten luchtvaartuigen op een of meer Nederlandse luchtvaartterreinen kan door Onze Minister worden beperkt of verboden, indien daarbij meer dan een door hem vastgestelde hoeveelheid geluid wordt geproduceerd.
Met betrekking tot de beperking van de geluidhinder ontstaan door proefdraaien van in luchtvaartuigen gemonteerde motoren op een luchtvaartterrein anders dan bij uitvoering van een vlucht worden voor zover daarvoor geen toepassing kan worden gegeven van het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer, door Onze Minister voorschriften gegeven.
Overtreding van
een verbod krachtens artikel 4
is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47).
Overtreding van een voorschrift gegeven krachtens de artikelen 2 of 5 is, voor zover die overtreding uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt, een strafbaar feit als bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Luchtvaartwet.
Dit besluit treedt in werking twee maanden na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.