Beschikking steunverlening bijenteelt 1981

De Minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende, dat uitvoering moet worden gegeven aan Verordening (EEG) nr. 1196/81 van de Raad van 28 april 1981, tot invoering van een steunregeling voor de bijenteelt in de verkoopseizoenen 1981/1982, 1982/1983 en 1983/1984;
Gehoord het Landbouwschap,

Besluit:

Artikel

1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a.
Minister:

De Minister van Landbouw en Visserij;

b.
STULM:

de Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaatregelen 1974;

c.
Verordening:

Verordening (EEG) nr. 1196/81 van de Raad van 28 april 1981, tot invoering van een steunregeling voor de bijenteelt voor de verkoopseizoenen 1981/1982, 1982/1983 en 1983/1984 (Pb.E.G. nr. L 122);

d.
uitvoeringsbepalingen:

door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter uitvoering van de onder c genoemde verordening vastgestelde en in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend gemaakte verordeningen of beschikkingen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De steun wordt slechts verleend indien de organisatie van bijenhouders

  • a.

    elke bijenhouder, die zulks heeft verzocht op een door de STULM nader vast te stellen formulier opgave heeft laten doen van de door hem gedurende het betrokken verkoopseizoen op regelmatige basis in produktie aan te houden korven of kasten;

  • b.

    de bij haar ingediende opgaven als bedoeld onder a ter beschikking houdt van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij;

  • c.

    een aanvraag tot steun indient bij de STULM, op een door deze nader vast te stellen formulier, welke aanvraag tenminste behelst het aantal gedurende het verkoopseizoen waarvoor de steun wordt aangeraagd, op regelmatige basis in produktie aan te houden korven of kasten waarvoor opgaven als bedoeld onder a bij haar zijn ingediend, alsmede het ontwerp van een algemeen programma als bedoeld in artikel 5 van de Verordening, voor zover de organisatie van bijenhouders de steun waarvoor genoemde aanvraag wordt ingediend wenst aan te wenden ter financiering van dat algemene programma dan wel indien zij daartoe uit hoofde van de Verordening of de uitvoeringsbepalingen is gehouden.

  • d.

    de goedkeuring van de Minister heeft verkregen voor het onder c bedoelde algemene programma;

  • e.

    zich ertoe verplicht binnen drie maanden na afloop van het verkoopseizoen waarvoor zij steun heeft ontvangen schriftelijk verslag uit te brengen aan de STULM over de met behulp van de steun gevoerde acties en hierbij alle door de STULM gewenste inlichtingen te verstrekken;

  • f.

    zich ertoe verplicht alle overige uit hoofde van de Verordening, de uitvoeringsbepalingen en deze beschikking op haar rustende verplichtingen na te komen en de ter zake gegeven aanwijzingen van de STULM op te volgen.

Artikel

6

Het is de bijenhouder niet toegestaan per verkoopseizoen meer dan één opgave als bedoeld in artikel 5, onder a, bij een organisatie van bijenhouders in te dienen.

Artikel

7

Artikel

8

Indien, naar het oordeel van de STULM, de organisatie van bijenhouders de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de Verordening, de uitvoeringsbepalingen of deze beschikking niet of niet geheel is nagekomen, wordt de steun dienovereenkomstig teruggevorderd.

Artikel

9

De algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij de Verordening, de uitvoeringsbepalingen en deze beschikking.

Artikel

10

Tegen een beslissing genomen op grond van deze beschikking, met uitzondering van artikel 3, kan de organisatie van bijenhouders binnen 30 dagen na de dag waarop de beslissing is medegedeeld uitgereikt of verzonden, bij de Minister bezwaar maken door het indienen van een met redenen omkleed en ondertekend bezwaarschrift.

Artikel

11

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, G. J. vanDinter