Artikel
1
1
De bezoldiging van de Nationale ombudsman wordt bepaald op € 8 806,51per maand en de bezoldiging van de substituut-ombudsman op € 7 749,66 per maand.
2
Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag waarop de benoeming ingaat. De bezoldiging wordt niet langer uitbetaald dan tot en met de dag van het overlijden.
3
Indien Wij in de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel een wijziging aanbrengen en bepalen dat deze wijziging een algemeen karakter draagt, brengen Wij bij algemene maatregel van bestuur met ingang van de datum, waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aan in de bezoldiging van de ingevolge deze wet bezoldigde functionarissen, onder nadere vaststelling, voor zoveel nodig, van de in het eerste lid genoemde bedragen.