Koffiebeschikking 1981

De Minister van Landbouw en Visserij,
Gelet op de artikelen 4, 5, 6 en 10 van het In- en uitvoerbesluit koffie 1981;
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De in de artikelen 3 en 4 bedoelde certificaten alsmede de eventueel daarbij behorende zegels worden voor wat betreft Nederland, met uitzondering van de certificaten van doorvoer (formulier T) afgegeven overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van het besluit, afgegeven door het hoofdproduktschap.

Artikel

7

Met certificaten welke door het hoofdproduktschap overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 5 zijn ontvangen handelt het hoofdproduktschap overeenkomstig het bij de overeenkomst en de toepassingsregelen bepaalde.

Artikel

8

Het hoofdproduktschap neemt bij de toepassing van de artikelen 2, eerste en vijfde lid, 6 en 7 de aanwijzingen van de Minister in acht.

Artikel

9

Ontheffing als bedoeld in artikel 4 van het besluit wordt namens de Minister verleend door de voorzitter van het hoofdproduktschap.

Artikel

10

Ten aanzien van de overlegging van certificaten ter zake van de invoer van koffie waarvan de datum van export uit het land van herkomst ligt voor de datum van inwerkingtreding van de toepassingsregelen gelden de afwijkende procedures zoals die in de toepassingsregelen zijn opgenomen.

Artikel

11

De koffiebeschikking 1980 wordt ingetrokken.

Artikel

12

Deze beschikking kan worden aangehaald als koffiebeschikking 1981, zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot 26 augustus 1981.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, G. J. vanDinter