Rijksregeling, subsidiëring niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding kruiswerk

Rijksregeling, subsidiering niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding kruiswerk

De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne
Overwegende, dat het gewenst is de financiering van de niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding die in sommige regio's door provinciale kruisorganisaties wordt uitgevoerd, welke financiering tot nu toe op ad hoc basis werd geregeld, hechter te funderen,

Besluit:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
‘Minister’:

de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne;

b.
‘hoofdinspecteur’:

de geneeskundige hoofdinspecteur van de volksgezondheid;

c.
‘inspecteur’:

de geneeskundige inspecteur van de volksgezondheid binnen wiens ambtsgebied de te subsidiëren of gesubsidieerde instelling werkzaam is;

d.
‘instelling’:

een provinciale instelling voor kruiswerk die een sociaal-medische dienst in stand houdt, die onder meer is belast met de praktische uitvoering van de niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding;

e.
‘rechtspositieregeling’:

de geldende arbeidsvoorwaarden.

Artikel

2

Aan een instelling kan onder de voorwaarden, vermeld in deze regeling, subsidie worden verleend.

Hoofdstuk

II

Werkzaamheden

Artikel

3

Uit de statuten van de instelling moet blijken dat tot de taken van de sociaal-medische dienst op het terrein van de niet curatieve geslachtsziektenbestrijding behoren:

  • a.

    de bemiddeling bij bron- en contact opsporing;

  • b.

    individuele begeleiding van cliënten bij wie een geslachtsziekte door een arts is vastgesteld;

  • c.

    het geven van voorlichting.

Artikel

4

Het werkgebied van de instelling wordt door de instelling vastgesteld na overleg met de inspecteur(s). Het besluit tot vaststelling van het werkgebied behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Minister.

Hoofdstuk

III

Medewerkers

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De instelling treft maatregelen, opdat geneeskundig onderzoek op tuberculose der ademhalingsorganen van de s.v.g. geschiedt volgens de richtlijnen van de hoofdinspecteur.

Artikel

8

De leiding van de niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding berust bij een arts van de in artikel 1, onder d. bedoelde dienst voor welke taak echter geen subsidie wordt verleend.

Hoofdstuk

IV

Bepalingen betreffende de subsidie

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Indien met betrekking tot een s.v.g. subsidie wordt verlangd dient vooraf door tussenkomst van de inspecteur een verzoek om goedkeuring van de aanstelling bij de Minister te worden ingediend onder vermelding van de personalia van betrokkene.

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Salariskosten, verband houdende met vervanging wegens ziekte, komen voor subsidiëring in aanmerking, mits goed keuring voor de vervanging door de Minister is verleend.

Artikel

15

Hoofdstuk

V

Toezicht en verslaglegging

Artikel

16

Artikel

17

Hoofdstuk

VI

Slotbepalingen

Artikel

18

Op een naar zijn oordeel met voldoende redenen omkleed verzoek van de instelling kan de Minister ontheffing verlenen van de voorwaarden en bepalingen in deze regeling.

Artikel

19

Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Rijksregeling, subsidiering niet-curatieve geslachtsziektenbestrijding kruiswerk'.

Artikel

20

Dit besluit met de daarbij behorende toelichting wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant: het treedt terstond in werking en werkt terug tot 1 januari 1981.

Afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

Leidschendam
De Minister voornoemd, M. H. M. F.Gardeniers-Berendsen