Besluit van 13 juli 1982, houdende aanwijzing van medebetrokken ministers Wet agrarisch grondverkeer

Besluit aanwijzing medebetrokken ministers Wet agrarisch grondverkeer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 22 maart 1982, No. J. 1565, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op de artikelen 29, eerste lid, 30, eerste lid, onder b en d, en tweede lid, 32, derde lid en artikel 34, van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248);
De Raad van State gehoord (advies van 27 april 1982, No. 2163/21/8216);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 7 juli 1982, No. J 2446, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Als ministers bedoeld in de artikelen 29, eerste lid, 32, derde lid, en 34, van de wet, worden aangewezen:

  • a.

    Onze Minister van Defensie;

  • b.

    Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • c.

    Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Artikel

3

Als ministers bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder b en d, en tweede lid, van de wet, worden aangewezen:

  • a.

    Onze Minister van Financiën;

  • b.

    Onze Minister van Defensie;

  • c.

    Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • d.

    Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • e.

    Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Artikel

4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Nairobi
Beatrix
De Minister van Landbouw en Visserij, J. de Koning
De Minister van Justitie, J. de Ruiter