Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
etmaalperiode:
het gedeelte van een etmaal, waarover het equivalente geluidsniveau wordt bepaald, te weten de dag (07.00–19.00 uur), de avond (19.00–23.00 uur) of de nacht (23.00–07.00 uur);
immissiepunt:
de plaats waarop het equivalente geluidsniveau wordt bepaald;
representatieve bedrijfssituatie:
toestand waarbij de voor de geluidproduktie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te beschouwen etmaalperiode;
representatieve geluidoverdracht:
de geluidoverdrachtssituatie onder gemiddelde Nederlandse klimatologische omstandigheden;
monopool:
een puntvormige geluidsbron die in elke richting evenveel geluidsenergie uitstraalt;
immissierelevante bronsterkte:
het geluidsvermogensniveau in octaafbanden van een denkbeeldige monopool, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het immissiepunt dezelfde geluiddrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidsbron;
bedrijfstoestand:
toestand met bepaalde voor de immissierelevante bronsterkte van belang zijnde kenmerken;
stoorgeluid:
het op een bepaalde plaats optredende geluid, veroorzaakt door andere geluidsbronnen dan die waarvan het equivalente geluidsniveau wordt bepaald.
Bepaling van het equivalente geluidsniveau vanwege een industrieterrein
Artikel
2
1
Bij de bepaling van het equivalente geluidsniveau op een immissiepunt buiten een woning of ander gebouw ten behoeve van de vaststelling van de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein of een gedeelte daarvan wordt rekening gehouden met:
a.
de over de betreffende etmaalperiode energetisch gemiddelde immissierelevante bronsterkte bij een representatieve bedrijfssituatie;
b.
de representatieve geluidoverdracht tussen geluidsbron en immissiepunt;
c.
de verzwakking van het geluid ten gevolge van de geometrische uitbreiding van het geluidsveld;
d.
de verzwakking van het geluid door absorptie van geluidenergie in de atmosfeer;
e.
de invloed van de bodem op de geluidoverdracht;
f.
reflecties van het geluid;
g.
afschermingen van het geluid;
h.
de invloed van de vegetatie op de geluidoverdracht.
2
Bij de bepaling van het equivalente geluidsniveau op een immissiepunt buiten een woning of ander gebouw ten behoeve van de vaststelling van de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein of een gedeelte daarvan wordt slechts rekening gehouden met het op het immissiepunt invallend geluid.
3
Indien de vaststelling van de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein plaatsvindt ten behoeve van de vaststelling van een geluidszone rond dat terrein, bevindt het immissiepunt zich op 5 m boven het maaiveld.
4
Indien vaststelling van de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein plaatsvindt ten behoeve van de vaststelling van de geluidsbelasting van de gevel van een woning of ander gebouw, bevindt het immissiepunt zich op het punt van de gevel, waar de hoogste geluidsbelasting optreedt.
Artikel
3
Bepaling van het equivalente geluidsniveau vanwege een industrieterrein of een gedeelte daarvan vindt plaats volgens de in bijlage I bij dit besluit beschreven methode.
Artikel
4
In gevallen waarin toepassing van de in bijlage I bij dit besluit beschreven meetmethode niet mogelijk is of leidt tot een voor de betreffende situatie onvoldoende representatief equivalent geluidsniveau, wordt de in bijlage II bij dit besluit beschreven meetmethode in acht genomen.
Artikel
5
In gevallen waarin ook de toepassing van de in bijlage II bij dit besluit beschreven meetmethode niet mogelijk is of leidt tot een voor de betreffende situatie onvoldoende representatief equivalent geluidsniveau, wordt de in bijlage III bij dit besluit beschreven rekenmethode in acht genomen.
Artikel
6
1
Er kan afgeweken worden van de in de artikelen 3, 4 en 5 neergelegde voorkeursvolgorde, mits aannemelijk wordt gemaakt dat de toe te passen methode voor de betreffende situatie leidt tot een equivalent geluidsniveau dat nagenoeg even representatief is als het equivalente geluidsniveau waartoe de methode, die volgens de voorkeursvolgorde zou moeten worden toegepast, zou leiden.
2
Er kan een andere dan een van de in de bijlagen I, II of III bij dit besluit beschreven methoden worden toegepast in gevallen waarin aannemelijk wordt gemaakt dat:
a.
de andere methode een belangrijke tijd- of kostenbesparing oplevert en in de betreffende situatie nagenoeg even nauwkeurig is als de methode die ingevolge de artikelen 3, 4 en 5 zou moeten worden toegepast, of
b.
de andere methode in de betreffende situatie belangrijk nauwkeuriger is dan de methode die ingevolge de artikelen 3, 4 en 5 zou moeten worden toegepast, of
c.
de andere methode voldoende nauwkeurig is en geen van de in de bijlagen I, II en III bij dit besluit beschreven methoden in de betreffende situatie leidt tot een voldoende representatief equivalent geluidsniveau.
Akoestisch onderzoek en rapportage
Artikel
7
De resultaten van het akoestisch onderzoek, ter bepaling van het equivalente geluidsniveau als bedoeld in artikel 2, worden vastgelegd in een rapport, ingericht overeenkomstig het in bijlage IV bij dit besluit bepaalde.
Verdere bepaling
Artikel
8
De waarde van het overeenkomstig de artikelen 3, 4, 5 of 6 bepaalde equivalente geluidsniveau wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal, waarbij een halve eenheid wordt afgerond naar het even getal.
Slotbepalingen
Artikel
9
1
Dit besluit kan worden aangehaald als: Meet- en rekenvoorschrift hoofdstuk V Wet geluidhinder.
2
Het besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1982.
Artikel
10
Dit besluit wordt in de Staatscourant bekend gemaakt. De bijlagen zijn verkrijgbaar bij het Staatsuitgeverijbedrijf te 's-Gravenhage.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, J. J.Lambers-Hacquebard