Artikel
1
In deze beschikking wordt onder wet de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248) verstaan.
Besluit:
In deze beschikking wordt onder wet de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248) verstaan.
Het bureau verricht de volgende werkzaamheden en die daarmee verband houdende:
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen binnen de grenzen van het in te richten gebied zoals deze zijn vastgesteld in het landinrichtingsprogramma, landinrichtingsplan dan wel aanpassingsplan als bedoeld in respectievelijk artikel 42, eerste lid, artikel 88, onderdeel b, dan wel artikel 108, eerste lid, van de Landinrichtingswet (Stb. 1985, 299). Indien in een landinrichtingsplan grenzen worden vastgesteld die afwijken van de in het landinrichtingsprogramma vastgestelde grenzen, worden vanaf het moment van vaststelling van het landinrichtingsplan de daarin opgenomen grenzen in aanmerking genomen;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen in een gebied, dat is opgenomen in het Voorbereidingsschema Landinrichting als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Landinrichtingswet dan wel in het voorstel tot aanpassingsinrichting als bedoeld in artikel 97, tweede lid, van de Landinrichtingswet;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen in een gebied, waarin een ruilverkaveling bij overeenkomst als bedoeld in artikel 17 van de Landinrichtingswet in voorbereiding of in uitvoering is, voor zover dat gebied door de commissie beheer landbouwgronden als aankoopgebied van het bureau is aangewezen;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen in een overeenkomstig Titel 2 van de Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden (Stcrt. 1979, 64) aangewezen reconstructiegebied;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen in het gebied Midden-Delfland als bedoeld in artikel 1 van de Reconstructiewet Midden-Delfland (Stb. 1977, 233);
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen gelegen in de gebieden Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën als bedoeld in artikel 1 van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 634);
verkrijgen en vervreemden van landbouwgrond ten behoeve van de toepassing van het grondbankstelsel als bedoeld in Titel X van de wet;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen ten behoeve van de toepassing van het Beëindigingsvergoedingsbesluit van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (Stcrt. 1972, 221);
verkrijgen en tijdelijk beheren van onroerende goederen en deze aan Staatsbosbeheer te vervreemden indien door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor de verkrijging van die goederen een schriftelijke machtiging is gegeven;
verkrijgen en tijdelijk beheren van onroerende goederen ten behoeve van de vorming van reservaten als bedoeld in de Nota betreffende de relatie landbouw en natuur- en landschapsbehoud en deze aan de Staat (Staatsbosbeheer) dan wel particuliere terreinbeherende natuurbeschermings-organisaties te vervreemden indien daartoe respectievelijk overeenkomstig onderdeel i dan wel door of namens de betrokken natuurbeschermingsorganisatie een schriftelijke machtiging is gegeven;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen, gelegen in een op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling vastgesteld beheersgebied, voorzover met betrekking tot die goederen op grond van die regeling een beheersovereenkomst is gesloten;
verkrijgen, tijdelijk beheren en vervreemden van onroerende goederen, gelegen in een op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling vastgesteld reservaatsgebied, dan wel natuurontwikkelingsproject, dan wel gelegen in een bij een dergelijk gebied behorend en in het desbetreffende begrenzingenplan opgenomen aankoopgebied.
verkrijgen, tijdelijk beheren en vervreemden van onroerende goederen, gelegen in een natuurgebied als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, van de Subsidieregeling natuurbeheer, dan wel in een aankoopgebied als bedoeld in artikel 1, onderdeel r, van die regeling.
verkrijgen, tijdelijk beheren en vervreemden van onroerende goederen, gelegen in een beheersgebied als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, voor zover met betrekking tot die goederen op grond van die regeling beheerssubsidie is verleend.
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen in het kader van de verwezelijking van bufferzones zoals nader aangegeven door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van onroerende goederen in het kader van de verwezenlijking van de randstadgroenstructuur zoals nader aangegeven door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, indien daarover bij de betrokken publiekrechtelijke lichamen overeenstemming bestaat;
verkrijgen en tijdelijk beheren van onroerende goederen en deze aan derden te vervreemden,
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van land bij de uitoefening van het voorkeursrechts als bedoeld in Titel VIII van de wet;
verkrijgen, tijdelijk beheren of vervreemden van land voor zover zulks voortvloeit uit de toepassing van de koopplicht als bedoeld in Titel IX van de wet;
onderverpachten van landbouwgrond in het kader van de toepassing van de artikelen 17 en 19 van de wet;
verkrijgen, tijdelijk beheren en vervreemden van andere onroerende goederen dan voorzien in de onderdelen a tot en met n, indien en voor zover deze goederen kunnen worden aangewend voor de verkrijging van onroerende goederen als bedoeld in de onderdelen a tot en met n.
De beschikking van de Minister van Landbouw en Visserij van 6 september 1977, nr. J. 2176, wordt ingetrokken.
Deze beschikking treedt met ingang van 1 januari 1983 in werking en wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.