Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 31 maart 1983, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 166/683;
Gelet op de artikelen 2 en 6, tweede lid, van de Wet van 2 december 1982, Stb. 679, houdende bepalingen ter uitvoering van het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers, alsmede met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van buitenlandse werknemers (Trb. 1978, 70);
De Raad van State gehoord (advies van 22 april 1983, nr. W 03.83.0209/08.3.16);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 25 april 1983, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 219/683;