Besluit van 26 april 1983, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in, alsmede tot bepaling van het tijdstip van de inwerkingtreding van, artikel 2 van de Wet van 2 december 1982, Stb. 679, houdende bepalingen ter uitvoering van het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers, alsmede met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van buitenlandse werknemers

Besluit ex artikel 2 Uitvoeringswet Europees Verdrag inzake rechtspositie migrerende werknemers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 31 maart 1983, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 166/683;
Gelet op de artikelen 2 en 6, tweede lid, van de Wet van 2 december 1982, Stb. 679, houdende bepalingen ter uitvoering van het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers, alsmede met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van buitenlandse werknemers (Trb. 1978, 70);
De Raad van State gehoord (advies van 22 april 1983, nr. W 03.83.0209/08.3.16);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 25 april 1983, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 219/683;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Dit besluit verstaat onder:

"het Verdrag": het op 24 november 1977 te Straatsburg ondertekende Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers (Trb. 1978, 70);

"de raad": de raad voor de kinderbescherming in het arrondissement Den Haag.

Artikel

2

De raad doet een aanbeveling tot kosteloze rechtsbijstand en vrijstelling van kosten, indien de verzoeker bij behandeling van de zaak hier te lande in de termen zou vallen voor toelating om kosteloos te procederen.

Artikel

3

Artikel

4

Alvorens tot het nemen van maatregelen ter verzekering van het verhaal van onderhoud over te gaan, stelt de raad zich in verbinding met de schuldenaar om te trachten in der minne een oplossing te bereiken, tenzij het nemen van maatregelen naar het oordeel van de raad geen uitstel gedoogt.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Dit Besluit en artikel 2 van de Wet van 2 december 1982, Stb. 679, houdende bepalingen ter uitvoering van het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers, alsmede met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van buitenlandse werknemers, treden in werking met ingang van 1 mei 1983.

Lasten en bevelen, dat dit besluit met de nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, V. N. M. Korte-van Hemel
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes