Beschikking toelating kredietverzekeringsmaatschappijen

De Minister van Financiën,

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Ondernemingen, welke verzekeringen of garanties met herverzekering bij de Staat bij een kredietverzekeringsmaatschappij wensen af te sluiten, moeten zich daartoe wenden tot een der toegelaten kredietverzekeringsmaatschappijen. De verzekeringen en garanties zullen tussen de ondernemingen en de verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten en vastgelegd in door de laatste uitgereikte polissen of garantiebrieven.

Artikel

3

De behandeling van de verzekeringsaanvraag en van een eventuele schaderegeling geschiedt door de betrokken verzekeringsmaatschappij met inachtneming van de in de voorwaarden van toelating gestelde voorwaarden.

Artikel

4

Kredietverzekeringsmaatschappijen die zijn aangewezen krachtens de beschikking van 26 april 1961, nr. A1/5592 worden geacht te zijn toegelaten in de zin van artikel 1. De bestaande voorwaarden blijven van kracht totdat deze zullen zijn omgezet in een overeenkomst als bedoeld in artikel 1.

Artikel

5

De beschikking van de Minister van Financiën van 26 april 1961 nr. A1/5592 (Ned. Stcrt. 30 mei 1961), zoals sindsdien gewijzigd laatstelijk bij besluit van 25 juni 1975, nr. A 75/13426 wordt hierbij ingetrokken.

Deze beschikking wordt gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant en treedt in werking op 1 juli 1983.

's-Gravenhage
De Minister van FinanciënH. O. C. R. Ruding

Bijlage

I

Algemene voorwaarden toelating kredietverzekeringsmaatschappijen

Artikel

1

Behandeling van verzekeringsaanvragen

Artikel

2

Definities

Voor de toepassing van de overeenkomst tussen Staat en Verzekeraar wordt verstaan onder:

  • a.

    insolventie: faillissement, surséance van betaling, akkoord met alle of de meerderheid der schuldeisers, executie welke niet of niet geheel tot voldoening van de verzekerde vordering heeft geleid, alsmede andere gevallen van individueel onvermogen tot betaling, welke officieel zijn geconstateerd;

  • b.

    voortgezette non-betaling: het geval dat de debiteur respectievelijk de garant na afloop van de in de polis genoemde wachttermijn nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan in hetzij de factuurvaluta, hetzij lokale valuta, hetzij een andere valuta, zonder dat sprake is van insolventie en voorzover dit niet voldoen aan zijn verplichtingen geen gevolg is van:

    • een geschil;

    • overheids- of militaire maatregelen;

    • oorlog, vijandelijkheden, oproer, binnenlandse onlusten,

    • catastrofes en andere met deze gelijk te stellen gebeurtenissen;

  • c.

    noorderzon: de situatie dat een in gebreke zijnde debiteur en/of garant met onbekende bestemming is vertrokken;

  • d.

    fabricatierisico: het in de polis omschreven risico vóór de verzending of levering van de goederen c.q. de voltooiing van de door de verzekerde met de debiteur overeengekomen prestaties;

  • e.

    fabricatietermijn: de periode vanaf de datum van het begin risico, vermeld in de desbetreffende polis tot de datum waarop, volgens het tussen verzekerde en debiteur gesloten contract, de door verzekerde te verrichten prestatie geheel zal zijn voltooid;

  • f.

    krediettermijn: de periode vanaf de - eventueel gewogen gemiddelde - datum van voltooiing van de met debiteur overeengekomen prestatie(s) van verzekerde tot de overeengekomen datum van de laatste betaling door de debiteur.

Artikel

3

Risicoparticipatie door Verzekeraar

Artikel

4

Premies

Artikel

5

Handboek Administratieve Organisatie

Artikel

6

Incasso- en schaderegeling

Artikel

7

Behandeling van schadeclaims

Artikel

8

Kostenvergoeding

Artikel

9

Nadere aanwijzingen

De Staat is bevoegd om na overleg met Verzekeraar aanwijzingen te geven ter uitwerking of verduidelijking van het tussen partijen overeengekomene. Zodanige aanwijzingen mogen aan Verzekeraar geen nieuwe verplichtingen opleggen.

Bijlage

II

Standaard-overeenkomst

Artikel

1

Deze overeenkomst heeft tot doel de regels te geven voor de wederzijdse verplichtingen van de exportkredietverzekeraars van de Europese Economische Gemeenschap in de gevallen waarin:

  • een onderneming, genoemd "hoofdleverancier", aan een of meer ondernemingen, genoemd "onderleveranciers", gevestigd in een of meer landen van de Europese Economische Gemeenschap, een deel van de exporttransactie uitbesteedt welke zij alleen en op eigen naam heeft afgesloten met een firma, de "koper" genoemd, die is gevestigd:

  • hetzij in een land dat niet tot de Europese Economische Gemeenschap behoort;

  • hetzij in een andere Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap dan dat waarin de hoofdleverancier en de onderleverancier(s) zijn gevestigd;

  • de hoofdleverancier zich heeft verbonden, aan de onderleverancier(s) het aandeel dat deze(n) toekomt in de bedragen die hem door de koper zijn betaald, uit te keren, alsmede eventueel noodzakelijke formaliteiten te vervullen voor het overmaken van het de onderleverancier(s) toekomende gedeelte van de bedragen die door de koper zijn betaald;

  • er geen enkele juridische binding bestaat tussen de onderleverancier(s) en de koper;

  • de kredietverzekeraar van de hoofdleverancier, hierna "hoofdverzekeraar" genoemd, en de kredietverzekeraar(s) van de onderleverancier(s), hierna "medeverzekeraar(s)" genoemd, bereid zijn, elk volgens de gebruikelijke bepalingen en voorwaarden van hun polissen, het gedeelte van de transactie dat in hun landen wordt uitgevoerd te verzekeren tegen de door hen bij iedere afzonderlijke overeenkomst vastgestelde risico's.

In ieder afzonderlijk geval van het verlenen van gezamenlijke verzekering aan een hoofdleverancier en aan een of meer onderleveranciers worden de overeenkomsten die bovengenoemde kredietverzekeraars aangaan, beheerst door de volgende artikelen.

Artikel

2

De toegelaten kredietverzekeringsmaatschappij, die het risico met inbegrip van het aandeel van de onderleverancier alleen beheert, verbindt zich:

  • a.

    de hoofdleverancier slechts voor diens aandeel in de transactie te verzekeren tegen de risico's die door hem bij elke afzonderlijke overeenkomst zijn vastgesteld;

  • b.

    geen veranderingen te aanvaarden in de wijze van uitvoering van de transactie (bedrag, levering, betaling, enz.) of van de overeenkomst, afgesloten tussen de hoofdleverancier en de onderleverancier(s) voor de uitvoering van genoemde transactie, dan in overleg met de medeverzekeraar(s);

  • c.

    het recht op schadevergoeding voortvloeiend uit de aan de hoofdleverancier afgegeven polis niet vervallen te verklaren wegens schuld van deze laatste, zonder daarvan de medeverzekeraar(s) in kennis te stellen;

  • d.

    de polis niet nietig te verklaren zonder daarvan de medeverzekeraar(s) in kennis te stellen;

  • e.

    de medeverzekeraar(s) in kennis te stellen van alle feiten waarvan hij kennis krijgt en die de aard of de omvang van het risico kunnen wijzigen of die tot schade kunnen leiden;

  • f.

    in geval van schade of dreigende schade als medeverzekeraar(s) te raadplegen over de te nemen maatregelen; de erkenning van niet aanwezig zijn van een schadegeval moet zoveel in onderling overleg plaatsvinden, terwijl het bedrag van de schadevergoeding en de regeling daarvan vastgesteld moeten worden overeenkomstig de bepalingen van elke polis;

  • g.

    in geval van schade de nodige maatregelen te nemen of te eisen dat de hoofdleverancier deze maatregelen neemt ten einde de niet-betaalde bedragen te innen en de medeverzekeraar(s) het aandeel dat hem (hen) toekomt in de geïnde bedragen uit te keren en de formaliteiten te vervullen die eventueel nodig zijn om dit aandeel over te maken. De door de hoofdverzekeraar gemaakte incassokosten worden tussen de verzekeraars verdeeld in evenredigheid met hun aandeel in het verzekerde contract;

  • h.

    bij het tenietgaan van de aan de hoofdleverancier verstrekte verzekering al het mogelijke te doen om aan de verplichtingen van dit artikel te voldoen.

Artikel

3

Ieder van de medeverzekeraars verbindt zich er zich zijnerzijds toe:

  • a.

    de onderleverancier uit zijn land voor diens aandeel in de transactie te verzekeren tegen de risico's die door hem bij elke afzonderlijke overeenkomst zijn vastgesteld;

  • b.

    geen wijziging te aanvaarden van de overeenkomst die is afgesloten tussen de hoofdleverancier en de onderleverancier(s) voor de uitvoering van de met de koper afgesloten transactie, dan in overleg met de hoofdverzekeraar;

  • c.

    het recht op schadevergoeding voortvloeiend uit de aan de onderleverancier afgegeven polis niet vervallen te verklaren wegens schuld van deze laatste, zonder daarvan de hoofdverzekeraar in kennis te stellen;

  • d.

    de polis niet nietig te verklaren, zonder daarvan de hoofdverzekeraar in kennis te stellen;

  • e.

    de hoofdverzekeraar in kennis te stellen van alle feiten waarvan hij kennis krijgt en die de aard of de omvang van het risico kunnen wijzigen of die tot schade kunnen leiden;

  • f.

    bij het vervallen van de aan de onderleverancier verstrekte verzekering, al het mogelijke te doen om aan de verplichtingen van dit artikel te voldoen.

Artikel

4

Als er een overeenkomst bestaat over de consolidatie van de schuld van het land van de koper, plegen de hoofdverzekeraar en de medeverzekeraars overleg over de mogelijkheden om de specifieke problemen in verband met de consolidatie-overeenkomst op te lossen.

Artikel

5

Kredietverzekeraars in de Gemeenschap die hun stelsels van de koperskredieten in voldoende mate verenigbaar achten, kunnen voorts overeenkomen één enkele koperskrediet tot stand te brengen of te verzekeren voor één totale transactie, waarop dan het bepaalde in deze overeenkomst op overeenkomstige wijze van toepassing is.

Artikel

6

Ieder geschil dat voortvloeit uit deze overeenkomst en dat niet in der minne kan worden geschikt, wordt onderworpen aan een arbitrage-instantie, samengesteld uit drie arbiters. Elk van de partijen wijst één arbiter aan. De derde arbiter wordt aangewezen door de President van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; hij neemt het voorzitterschap van de arbitrageinstantie waar. De procedure wordt beheerst door het Reglement inzake Bemiddeling en Arbitrage van de Internationale Kamer van Koophandel.