Besluit van 17 augustus 1983, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van artikel 2, derde lid, van de Wet op de Zeevaartdiploma's 1935, Stb. 456

Besluit bijzondere verkrijging voorlopig diploma als scheepswerktuigkundige

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 3 maart 1983, nr. PJ/S 21384, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet op de Zeevaartdiploma's 1935 (Stb. 456);
De Raad van State gehoord (advies van 11 mei 1983, nr. W09.83.0183/14.3.18);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers, van 5 augustus 1983 nr. PJ/S 25336, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De kapitein van het schip draagt er zorg voor dat degene die aan boord daarvan een praktijkboek dient bij te houden, de daarin vervatte opdrachten naar behoren kan verrichten.

Artikel

7

De reder die iemand in de gelegenheid stelt op zijn schip of schepen de ingevolge dit besluit vereiste diensttijd onder bijhouding van een praktijkboek te behalen, draagt er zorg voor dat de belanghebbende gedurende die diensttijd praktisch wordt bekwaamd voor zijn toekomstige functie en dat hij en de kapitein in de gelegenheid worden gesteld op de juiste wijze uitvoering te geven aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

Artikel

8

Ter zake van de afgifte van een krachtens dit besluit uit te reiken diploma is een vergoeding verschuldigd volgens een door Onze Minister vast te stellen tarief.

Artikel

9

Bij zijn verzoek om uitreiking van het diploma, genoemd in artikel 2, eerste lid, dient de kandidaat aan Onze Minister over te leggen:

  • a.

    de bewijsstukken met betrekking tot opleiding, praktijkboek en, ten genoegen van Onze Minister, van de behaalde diensttijd;

  • b.

    een uittreksel uit het geboortenregister of, ten genoegen van Onze Minister, een identiteitsbewijs;

  • c.

    het bewijs van betaling van de in artikel 8 bedoelde vergoeding;

  • d.

    een goed gelijkende pasfoto, zwart-wit, in drievoud.

Artikel

10

Een duplicaat van een uitgereikt diploma wordt slechts afgegeven, indien de belanghebbende aannemelijk kan maken dat het oorspronkelijke diploma verloren is geraakt. Tenzij het oorspronkelijke diploma verloren is geraakt ten gevolge van een oorlogsdaad, een scheepsramp of daarmee vergelijkbare voorvallen, is voor een duplicaat een vergoeding verschuldigd volgens een door Onze Minister vast te stellen tarief.

Artikel

11

Onze Minister kan, indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat, ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 3, eerste en tweede lid, onder zo nodig door hem te stellen voorwaarden en beperkingen.

Artikel

12

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit bijzondere verkrijging voorlopig diploma als scheepswerktuigkundige".

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 mei 1981.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Porte Ercole
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Justitie a.i., Rietkerk